In de verordening wordt enkele malen verwezen naar het
Rijkswachtgeldbesluit, dat slechts op ambtenaren in vaste dienst
van toepassing is. Aangezien thans door het Centraal Orgaan een
gemeentelijke wachtgeldregeling is ontworpen behoort in de Uit
keringsverordening naar deze regeling te worden verwezen.
Voorts heeft het Centraal Orgaan t.a.v. deze verordening bij
schrijven van 17 November 1954 nog verschillende wijzigingen
aanbevolen, welke deels op verzoek van het Ministerie van Soci
ale Zaken en Volksgezondheid zijn ontworpen. Dit vooroverleg
met genoemd Ministerie kan van belang worden geacht voor de
verklaring, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, der Werk
loosheidswet. Ook bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken be
staan tegen deze wijzigingen geen bedenkingen. Omtrent de in
houd van de voorgestelde wijzigingen tekenen wij het volgende
aan.
Artikel 1, eerste lid, sub a. Toegevoegd wordt de vermel
ding van de Wachtgeldregeling; de definitie van het Rijkswacht-
geldbesluit sub 2 vervalt en voor de letters c, d, e en f wordt
ge le ze n bcdene.
Artikel 2. Dit artikel verklaart de verordening van toe
pas sing~ö^-amïïtenaren in tijdelijke dienst; door de aangebrach
te wijziging wordt de toepassing beperkt tot de ambtenaren in
de zin van het Algemeen Ambtenarenreglement, dit met het doel
het onderwijzend personeel uit te sluiten, aang'ezien dit in de
regel valt onder van Rijkswege vastgestelde regelingen. De wij
ziging betreffende de toepasselijkverklaring op arbeidscontrac
tanten is slechts van formeel belang en volgt uit de herziening
van de Arbeidsovereenkomstenverordening.
Artikel 7. Het derde lid van dit artikel, inhoudende een
anti-cumulatiebepaling, verband houdende met het maximum pen
sioen dat ingevolge de Pensioenwet kon worden genoten, kan ko
men te vervallen, omdat door de wijziging van de Pensioenwet
1922 de pensioensmaxima zijn komen te vervallen. Ook in de
Rijksuitkeringsregeling, waarin een zelfde anti-cumulatierege
ling was opgenomen, is deze bepaling ingetrokken.
Artikel 8. In plaats van de bepalingen uit het Rijkswacht-
geldbesluit worden die uit de nieuwe wachtgeldregeling genoemd.
Het wordt ongewenst geacht,dat, zoals dit bij wachtgeld wel het
geval is, na ontslag tot stand, komende algemene salarismaatregel
len geen invloed hebben op de uitkering. Evenals in de Rijks
uitkeringsregeling en in de Werkloosheidswet wordt door de ont
worpen invoeging aanpassing aan deze regelingen verkregen.
Artikel 9, regelende de uitkering voor ontslagenen met
korte diensttijd, wordt eveneens aangevuld met de bepaling, dat
latere salarisverhogingen op de uitkeringen invloed hebben.
Voorts wordt de premie volgens de Invaliditeitswet voor de in
dit artikel bedoelde gevallen voor rekening van de gemeente ge
nomen.
Artikel 10, waarin is geregeld de doorbetaling van de uit-
kering bijziekte, wordt meer in overeenstemming gebracht met
de bepalingen van de Ziektewet.
Artikel 13- In dit artikel is geregeld de verrekening van
de uitkering met de bijslag op de spaartegoeden. De wijziging
beoogt deze bepaling te doen aansluiten bij de gewijzigde rege
ling omtrent bedoelde bijslag.
Artikel 14. Hot voorschrift betreffende controle op het
bij het uewesxelijk Arbeidsbureau ingeschreven staan als werk
zoekende wordt door de aangebrachte wijziging nader gepreci
seerd.
"Artikel 15."
Artikel 15, betrekking hebbende op het verliezen van de
aanspraak op uitkering bij niet medewerking voor het verkrij
gen van een nieuwe werkkring, wordt door de wijziging even
eens nader gepreciseerd.
V Kinde r toe la ge ver-ordening
Hierin dienen in verband met de totstandkoming van de
ontwerpen-Arbeidsovereenkomstenverordening en wachtgeldrege
ling enige wijzigingen van meer formele betekenis te wórden
aangebracht.
Artikel 1 Onder letter a, sub 2, moet in plaats van de
verwijzing naar artikel 11, lid 1, onder a, d en e,van de be
staande Arbeidsovereenkomstenverordening worden bepaald, dat
de verordening toepasselijk zal zijn op de werknemers, bedoeld
onder afdeling I van de nieuwe Arbeidsovereenkomstenverorde
ning (de meer duurzaam in dienst zijnde arbeidscontracters
Voorts moet worden aangegeven, dat ook de op wachtgeld
gestelden onder de werking der verordening zullen vallen. Voor
dezen dient het begrip bezoldiging te worden gedefinieerd
met de door de wachtgelder laatstelijk genoten wedde. Het toe
gevoegde sub 4 onder artikel 1b strekt tot dit laatste.
Artike115. Do overgangs)bepaling omtrent het minimum-
bedrag der kindertoelage over het tijdvak van 1 Januari 1951
tot en met 15 Maart 1951 is uitgewerkt en kan derhalve komen
te vervallen.
Nu omtrent de bovenbedoelde aangelegenheden zowol in
het centraal- als in het plaatselijk georganiseerd overleg
volledige overeenstemming is bereikt en het ons wil voorko
men, dat invoering van de onderwerpelijko regelingen en wij
zigingen, ook uit een oogpunt van uniformiteit in de rechts
positieregelingen,alleszins aanbeveling verdient, stellen wij
U voor te besluiten overeenkomstig de U hierbij aangeboden ont
werpen, te wetens
a. vaststelling van een Arbeidsovereenkomstenverordening;
b. vaststelling van een Wachtgeldregeling;
e. wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement;
d. wijziging van de Uitkeringsverordening;
e, wijziging van de Kindertoelageverordening.
Burgemeester en dethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 10 Februari 1955-