MODE! C.
No. 1853.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
9 Februari 1955 (bijlage no. 37);
BESLUIT
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING tot wijziging van
het Algemeen Ambtenaren-
regleme nt
Artikel I.
a. Artikel 38.
Aan artikel 38 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
7. Bij verpleging van de ambtenaar in een ziekeninrichting,
alsmede in andere buitengewone omstandigheden ten gevolge
van ziekte of ongeval kunnen burgemeester en wethouders
bepalen, dat de uitbetaling van de bezoldiging geheel of
gedeeltelijk aan anderen zal geschieden.
b. Artikel 42.
In het vijfde lid vervalt de laatste volzin.
c. Artikel 49.
Voor het zinsgedeelte, luidende: "dat in de gevallen, be
doeld in de artikelen 47 en 48" wordt gelezen: "dat in
afwijking van het bepaalde in de artikelen 47 en 48".
d. Artikel 52.
Het tweede tot en met het zesde lid worden vervangen door
het volgende lid:
2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing op
de ambtenaar, die gedurende zijn diensttijd heeft gewei
gerd zich te onderwerpen aan een vanwege de gemeente voor
het personeel gehouden röntgenologisch onderzoek op tuber
culose
e. Artikel 1 04 zal luiden als volgt:
1. Ingeval de ambtenaar in tijdelijke dienst ambtenaar wordt
in de zin van de Pensioenwet 1922 (S. no. 240), wordt het
krachtens artikel 17 ingehoudene, vermeerderd met rente
overeenkomstig het bepaalde in de leden 3 en 4, aan de
ambtenaar of diens rechtverkrijgenden uitgekeerd, indien
en voor zover daarop niet ingevolge de artikelen 42 of
42a der Pensioenwet 1922 (S. no. 240) is ingehouden. De
uitkering geschiedt, indien niet voor pensioen wordt in
gekocht, eerst nadat de mogelijkheid van inkoop voor pen
sioen niet langer aanwezig is.
2. Ingeval het dienstverband van de ambtenaar in tijdelijke
dienst eindigt voordat de hoedanigheid van ambtenaar in
de zin van de Pensioenwet 1922 (S. no. 240) is verkregen,
wordt het krachtens artikel 17 ingehoudene, vermeerderd
met rente overeenkomstig het bepaalde in de leden 3 en 4,
aan de ambtenaar of diens rechtverkrijgenden uitgekeerd,
tenzij de ambtenaar ten hoogste 2 maanden nadat zijn
dienstverband is geëindigd:
tt~ 11
d