tussen deze routes vormen. Wij moeten U er echter uitdrukkelijk op wijzen, dat het niet onze bedoeling is hiermede de verbete ring van de verlichting in de binnenstad aan de orde te stellen of daarop vooruit te lopen. De verbetering van de verlichting van de binnenstad zal thans worden uitgewerkt en de nodige plan nen zullen t.z.t. aan U worden voorgelegd. Ten aanzien van de soort van verlichting gaat het plan er vanuit, dat de verlichting met naiivr-.lampen op deze trajecten niet verder moet worden doorgevoerd dan tot de punten waar de traversen overgaan in stadsstraten. Vanaf die punten vindt verlichting met kwikdamplampen plaats. Zoals U bekend zal zijn, wijst de practijk uit, dat de snelheid van het verkeer bij na- triumverlichting wordt opgevoerd. Afgezien van het feit, dat wij voor stadsstraten over het algemeen de voorkeur geven aan verlichting met kwikdamplampen boven verlichting met natrium- lampen, betekent de overgang in soort verlichting in dit geval dan ook tevens een waarschuwing voor het verkeer, dat de traver se overgaat in een stadsstraat en derhalve met een lagere snel heid dient te worden gereden. Met het oog op de veiligheid op de weg achten wij dit van groot belang. De natriumverlichting zal worden uitgevoerd met 36 eenheden per km de kwikdampverlichting met 42 eenheden per km. In ver band met het verschil in kosten per eenheid (een eenheid natrium verlichting is duurder) blijven de totale kosten van beide soort verlichting ongeveer gelijk. Het ligt voorts in de bedoeling voor het aanbrengen van de lichtpunten nieuwe lichtmasten aan te schaffen. De vrijkomende oude lichtmasten zullen op het energiebedrijf worden gerevideerd en op gelijke lengte worden gebracht, zodat zij ter uitvoering van volgende plannen kunnen worden gebruikt. Voor het overige mogen wij U verwijzen, naar de kaart, die bij de stukken voor IJ ter inzage is gelegd. De kosten van uitvoering van dit verlichtingsplan worden geraamd op f. 291,835)--- Aangenomen kan worden,dat een deel van dit bedrag moet worden uitgegeven voor modernisering van een langzamerhand verouderde openbare verlichting, zodat het ver antwoord zou zijn een deel van het thans te investeren bedrag als achterstallig onderhoud aan te merken en mitsdien te bestrij den uit de algemene reserve, welke uit de batige saldi van vori ge dienstjaren is verkregen. Wij menen, dat deze oplossing nader moet worden overwogen bij het samenstellen van de ontwerp-ge- meentebegroting voor 1955, aangezien, naar wij hopen, in dat sta dium meer gegevens bekend zullen zijn over de hoogte van de al gemene uitkering uit het gemeentefonds, waardoor tevens een be ter inzicht in de vermoedelijke uitkomsten van de dienst 1955 kan worden verkregen. Mocht dan blijken, dat het onderhavige ver lichtingsplan een te zware last voor de gewone dienst der begro ting zou vormen,dan zou alsnog een deel van de kosten van dit plan uit de algemene reserve kunnen worden bestreden. In afwacht ting hiervan stellen wij U voor de kosten van verbetering van de straatverlichting volledig te activeren op de begroting van het electriciteitsbedrijf en hierop de gebruikelijke afschrijving toe te passen. Naar een afschrijvingstermijn van 20 jaren en een rente van worden de gemiddelde kapitaalslasten voor dit werk geraamd op 7-036 van f. 291 ;35>of f. 20.535>Per jaar. Voor 1955 worden de kapitaalslasten geraamd op: afschrijving 5 van f. 291.835,-- f. 14-595, rente 3-2 van f291 835, -- f- 5-110, f19.705,-- Onder" Onder mededeling, dat de Commissie voor de Energiebedrijven en de Einanoiele Commissie zich hiermede kunnen verenigen, stel len wij U voor, ten behoeve van het verbeteren van de straatver lichting op diverse trajecten voor doorgaand verkeer op de begro ting van het electriciteitsbedrijf een crediet van f. 291.835, beschikbaar te stellen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 5 Maart 1955.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1955 | | pagina 96