Oprichting cursus tot opleiding lerares kinderverzorging en opvoeding aan de Chr. Industrie- en Huishoudschool. Bijlage no, 64. Leeuwarden, 15 maart 1956. Aan de Gemeenteraad. Het "bestuur der Vereniging voor Christelijk Hijverheidsonderwijs alhier, heeft bij schrijven van 1 februari j.l. verzocht, een besluit te nemen, waarbij de uitbreiding van het leerplan der van haar uitgaande Christelijke Industrie- en Huishoudschool met een opleiding tot lerares NXX (Kinderverzorging en Opvoeding) nodig wordt geoordeeld. Dit verzoek wordt gedaan ingevolge het 2e en 6e lid van artikel 25 der Hijverheidsonderwijswetwaarbij wordt voorgeschreven, dat slechts subsidie uit de openbare kas kan worden verleend, indien de gemeente, waar de school is gevestigd, de uitbreiding van het leerplan der school noodzakelijk heeft verklaard, waarna nog goedkeuring door de Kroon moet volgen. Blijkens het door ons gevraagde en bij de stukken overgelegde advies van de Inspectrice van het Nijverheidsonderwijs is deze van mening, dat, gelet op het aantal Christelijke Huishoud- en Landbouwhuishoudscholen in het noorden van het land, en, gegeven het feit, dat alleen in s-Graven- hage een Christelijke opleiding voor de akte NXX bestaat, het wenselijk moet worden geacht, dat ook in Friesland de verlangde opleiding tot stand komt. In de bij het adres gevoegde memorie van toelichting zijn de scholen opgesomd, waaraan een opleiding voor de akte NXX is verbonden, nl. 2 in s-Gravenhage en 1 in Amsterdam, Rotterdam en Maastricht, zodat het gehele noorden en oosten van het land van deze opleiding is verstoken. Het bestuur verwacht de leerlingen hoofdzakelijk uit de vier noordelijke provincies, Hoewel zich thans nog maar 4 leerlingen van de Chr. Huishoudschool, alhier, en 2 leerlingen van de Chr. Landbouwhuishoudschool te Bolsward hebben aangemeld, heeft het bestuur de kostenbegroting gebaseerd op 10 leerlingen, waarbij rekening is gehouden met de in het noorden des lands aanwezige rekruteringsscholen Uit de begroting blijkt, dat de netto-kosten van bedoelde opleiding becijferd zijn op 1 1 .250,--, waarvan 50 fo - en niet 25 zoals het be stuur schrijft - ten laste van de gemeentekas komt, of wel 3.375? Aannemende, dat ten minste de helft der leerlingen uit andere gemeenten deze opleiding zal volgen, blijft ten laste van deze gemeente 3*375,— - f 1.125,— (2/3 x 3. 375,-- s 2) is 2.25O, Mede op grond van de door het bestuur aangehaalde motieven achten wij de bovenbedoelde opleiding van groot maatschappelijk belang, zodat wij dan ook van mening zijn, dat er voldoende termen aanwezig zijn voor inwilliging van het verzoek. Onder overlegging van de betreffende stukken geven wij u mitsdien in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 17 maart 1956.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 120