Beschikbaarstelling gelden voor stichting nieuwe bijzondere school voor
ziekelijke kinderen.
Bijlage no. 67. Leeuwarden, 15 maart 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 16 januari j.l. verzoekt het bestuur van de vereniging
"Leeuwarder Parkherstellingsoord", alhier, om, overeenkomstig het bepaalde
in artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920, gelden uit de gemeentekas te
mogen ontvangen voor de stichting van een nieuwe school voor ziekelijke
kinderen (buitengewoon lager onderwijs).
Zoals u bekend is, worden in deze school alleen opgenomen die kinderen,
waarvoor zulks medisch noodzakelijk is in verband met hun lichamelijke en
geestelijke constitutie en geschiedt hun plaatsing overeenkomstig de be
palingen ten behoeve van de scholen voor ziekelijke kinderen, welke bepalin
gen zijn opgenomen in het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949
Blijkens het bij de stukken overgelegde schrijven van de geneeskundig
inspecteur van de volksgezondheid kunnen de thans in gebruik zijnde oude
lokalen niet als openlucht- of buitenschool worden beschouwd, terwijl deze
lokalen bovendien aan vervanging toe zijn. Slechts met nieuwbouw zou een
aan het doel beantwoordende openlucht- of buitenschool kunnen worden ver
kregen. Hierbij wordt opgemerkt, dat met de bouw van het ruim een jaar ge
leden in gebruik genomen lokaal met afschuifbaar dak het begin reeds is ge
maakt
Bij de stichting op 1 februari 1944 telde de school 43 leerlingen,
terwijl het huidige aantal 80 (vier verplichte leerkrachten) is, zodat van
een aanzienlijke toeneming van het aantal leerlingen kan worden gesproken.
Aangezien volgens statistische gegevens ongeveer 4 ia van het totaal aantal
schoolgaande kinderen in aanmerking komt voor het bezoeken van een open
lucht- of buitenschoolmag voorts aangenomen worden, dat in de toekomst
dit aantal van 80 nog in sterke mate zal stijgen.
Hiermede rekening houdende, stelt het bestuur zich voor een zesklassige
school te bouwen met keuken, eetzaal, lighal, behandelingskamer, etc.
Met de stichting van een nieuwe school wordt voorzien in een op dit
gebied erkende behoefte, waarvoor de bestaande lokalen (met uitzondering
van het lokaal met afschuifbaar dak) ten enenmale onvoldoende zijn. Blij
kens zijn bij de stukken overgelegde brief heeft ook de hoofdinspecteur
van het buitenge?/oon lager onderwijs alle lof voor het initiatief van het
bestuur.
Aangezien met de aanvraag van het schoolbestuur de normale eisen, aan
het geven van lager onderwijs te stellen, niet worden overschreden, ter
wijl ook overigens geen weigeringsgronden aanwezig zijn, dient naar ons
oordeel de gevraagde medewerking te worden verleend.
Mitsdien geven wij u in overweging, onder overlegging der stukken,
te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 17 maart 1956.