Subsidie Nederlandse Vakscholen voor Kappers.
Bijlage no. 80. Leeuwarden, 29 maart 1956.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 18 januari j.l. werd om preadvies in onze
handen gesteld een verzoekschrift van het bestuur van de Nederlandse
Vakscholen voor Kappers om toekenning van een subsidie uit de gemeente
kas
Nopens dit verzoekschrift delen wij U het volgende mede.
Blijkens de bij de raadsstukken voor U ter inzage gelegde beschei
den heeft een 7-tal landelijke organisaties van patroons en werknemers
in het kappersbedrijf een vakraad opgericht. Aan deze vakraad behoort
de instelling "Nederlandse Vakscholen voor Kappers". Vanwege deze in
stelling wordt gelegenheid gegeven het onderwijs aan deze scholen te
volgen in 38 plaatsen van ons land. De gehele opleiding voor het kap-
persbedrijf is centraal georganiseerd aan het adres Oudenoord 12 te
Utrecht. De organisatie en administratie van de opleiding (alle scholen
hebben eenzelfde leerplan) is meer ingesteld op landelijk dan op plaat
selijk verband.
Wanneer het op zichzelf prijzenswaard initiatief financieel door
de overheid moet worden gesteund, zal de vakraad zich niet tot de
plaatselijke, maar tot de rijksoverheid moeten richten. Het bieden van
steun en de mogelijkheid hiervan liggen, naar het ons voorkomt, geheel
in de werkingssfeer van de Nijverheidsonderwijswet. In deze wet wordt
overheidssteun aan de vakopleiding door rijk en gemeente volledig ge
regeld, waarbij de schoolgemeenten het wettelijk recht tot verhaal heb
ben op de ?roongemeenten
Op grond van het vorenstaande achten wij het in overeenstemming
met een goed subsidiebeleid door het adresserende bestuur in overweging
te geven, zich met een aanvraag om steun te richten tot de Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Mitsdien stellen wij U voor afwijzend te beschikken op het boven
bedoeld verzoek.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 7 april 1956.