Stichting van een bijzondere school voor uitgebreid lager onderwijs.
Bijlage no. 11. Leeuwarden, 12 Januari 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Door Uw vergadering is om prae-advies in onze handen gesteld een verzoek
van het bestuur der Vereniging tot stichting en instandhouding van scholen
met de Bijbel te Huizum om ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920
medewerking te verlenen voor de stichting van een school voor uitgebreid
lager onderwijs, alhier.
Volgens artikel 73 der wet moet bij vorenbedoelde aanvrage worden overge
legd:
a. een verklaring, waaruit blijkt, dat de school door tenminste 48 leerlingen
zal worden bezocht
b. een verklaring, waarbij de vereniging zich verbindt om, voordat met de
bouw wordt aangevangen, als waarborgsom een bedrag, gelijkstaande met vijf
tien ten honderd van de stichtingskosten, in de gemeentekas te storten;
c. een opgave van het aantal leerlingen voor wie het gebouw ruimte moet bieden,
het maximum aantal leerlingen, dat per lokaal zal worden toegelaten, en
het aantal lokalen, met dien verstande, dat eerstbedoelde opgave niet een
lager aantal leerlingen zal vermelden dan het minimum, volgens artikel 28
vereist voor een school met zoveel onderwijzers, als het aantal klasse
lokalen bedraagt, zomede of de school bestemd zal zijn voor het geven van
gewoon, voortgezet gewoon of uitgebreid lager onderwijs;
d. een verklaring, waaruit blijkt, dat het bestuur der vereniging voor de
nieuw te stichten school is aangesloten bij een groep bijzondere scholen,
welke een commissie van beroep, als bedoeld in artikel 89, 7e lid, hebben
ingesteld.
Het schoolbestuur is voornemens de school, met ingang van 1 September
1956 op te richten, terwijl als plaats van vestiging is gedacht een terrein
nabij de Nieuwlandsweg. Wij merken hierbij op, dat wij tegen de keuze van
het terrein, het bestek van de bouw, de voorgenomen eerste inrichting en de
raming der kosten, indien daartoe t.z.t. aanleiding mocht bestaan,nog bezwaar
kunnen maken. In de hieromtrent eventueel te rijzen geschillen beslist de
minister. De medewerking Uwerzijds beoogt dan ook enkel de principiële ver
klaring, dat aan de in artikel 73 der wet gestelde vereisten is voldaan.
Blijkens de overgelegde bescheiden zullen 59 leerlingen de nieuw te stich
ten school bezoeken. Voor 2 van deze kinderen heeft echter in plaats van de
vader de moeder de vereiste handtekening geplaatst en aangezien blijkens de
jurisprudentie de handtekening van de moeder - zolang de vader nog in leven
is - geen rechtskracht heeft, zullen deze kinderen buiten beschouwing moeten
worden gelaten. Bovendien ontbreekt voor een der kinderen de handtekening,
zodat ook deze leerling niet kan worden meegeteld. Het overblijvende aantal
handtekeningen bedraagt evenwel 56, en het wettelijk minimum van 48 is dus
ruimschoots bereikt.
Alle leerlingen, die blijkens opgave van het schoolbestuur de nieuw te
stichten school zullen bezoeken, zijn thans geplaatst in de 6e of 7e klas van
de scholen voor gewoon lager onderwijs Carel FabritiusstraatBorniastraat en
Julianalaan, welke scholen eveneens onder beheer staan van de Vereniging tot
stichting en instandhouding van scholen met de Bijbel te Huizum. Blijkens de
bij de stukken gelegde verklaringen van de hoofden der betrokken scholen mag
worden vervracht, dat alle op de lijsten voorkomende leerlingen op grond van
hun ontwikkeling en aanleg het onderwijs aan een school voor uitgebreid lager
onderwijs zonder bezwaar zullen kunnen volgen. Bij de opening der school zal
"dus"