F
II 1
Beschikbaarstelling gelden voor stichting Christelijke kleuterschool in
Huizum.
Bijlage no. 109Leeuwarden, 26 april 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur der Vereniging voor Christelijk Kleuteronderwijs te Hui-
zum heeft bij schrijven van 15 maart j.l. een verzoek gedaan om, overeen
komstig het bepaalde in artikel 50 der Kleuteronderwijswet, gelden uit de
gemeentekas te mogen ontvangen voor de stichting van een Christelijke
kleuterschool in Huizum op een terrein, gelegen op de hoek van het ver
lengde van de Cornelis Trooststraat en de door te trekken Julianalaan.
Volgens artikel 51 der wet moet bij de aanvrage tot het ontvangen
van de voor stichting van een schoolgebouw benodigde gelden worden over
gelegd
a. een verklaring, waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht
door ten minste 60 kleuters, die bij de opening de leeftijd van 4 ja
ren hebben bereikt en die van 5g" jaar niet hebben overschreden, ter
wijl hun woningen gelegen dienen te zijn binnen een cirkel met een
straal van 5 km, waarvan het middelpunt is de plaats van de te
stichten school;
b. een verklaring, waaruit blijkt, dat de school zal worden bestemd
voor het geven van kleuteronderwijs met inachtneming van de voor
waarden, gesteld in de artikelen 66 tot en met 69 der wet;
c. een verklaring, waarbij de vereniging zich verbindt om, voordat met
de bouw wordt aangevangen, als waarborgsom een bedrag, gelijkstaande
met 20% van de stichtingskosten, in de gemeentekas te storten;
d. een opgaaf van het aantal kleuters, voor wie het gebouw ruimte moet
bieden,en van het aantal lokalen, met dien verstande, dat de eerst
bedoelde opgaaf niet een lager aantal kleuters zal vermelden dan het
minimum, volgens artikel 20 vereist voor een school met zoveel leid
sters, als het aantal gewone leslokalen bedraagt, vermeerderd met
10, 12 of 15 kleuters (artikel 12l), naar gelang het een school be
treft met twee, drie of meer dan drie gewone leslokalen;
e. een verklaring, waaruit blijkt, dat het bestuur der vereniging voor
de nieuw te stichten school is aangesloten bij een groep bijzondere
scholen, welke een commissie van beroep, als bedoeld in artikel 67,
zesde lid, hebben ingesteld.
Ten aanzien van de onder a bedoelde verklaring delen wij U het vol
gende mede.
Van de met ingang van 1 januari 1956 door het bestuur in het leven
geroepen tweede kleuterschool is een klas met 40 leerlingen geplaatst in
het bestaande gebouw aan de Ludolf BakhuizenstraatDit gebouw bevat drie
gewone leslokalen en een speellokaal. Het aantal leerlingen van de hierin
gevestigde kleuterschool bedraagt 120, terwijl het gebouw ook ruimte
biedt aan 120 leerlingen. Door middel van een rouleringssysteem wordt het
speellokaal momenteel doorlopend gebruikt, tengevolge waarvan de bovenbe
doelde klas van 40 leerlingen kon worden opgenomen. Voorts zijn twee klas
sen van elk 40 leerlingen ondergebracht in twee lokalen van de Gerefor
meerde Kerk aan de Jan van Scorelstraat
Het totaal aantal leerlingen, waarvoor geen plaats beschikbaar is in
het bestaande gebou?;, bedraagt dus 120, waarbij geen rekening
is gehouden met de door het bestuur aangehouden wachtlijst van kleuters.
Op de overgelegde lijst no. I met 48 namen komen 16 kinderen voor,
die in de bovenbedoelde klas van 40 leerlingen in de Ludolf Bakhuizen-
straat zijn geplaatst en 32 leerlingen, die tijdelijk gehuisvest zijn in
de lokalen van de Gereformeerde Kerk, voornoemd. Aangezien al deze kinde
ren op de vermoedelijke datum van opening, welke het bestuur zich denkt
op 1 januari 1957de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt en die van 5Ür
jaar niet hebben overschreden, kunnen zij worden medegeteld. Voorts zijn
"op"