op het budget van de gemeente uitoefenen, ondervindt de gemeente ook indirect de gevolgen hiervan. Talrijke particuliere verenigingen en instellingen, die zich op cultureel of sociaal terrein bewegen, zien zich eveneens gesteld voor belangrijke verhogingen der uitgaven, waar door deze instellingen veelal genoopt zijn een beroep op de gemeente te doen. Het behoeft wel geen betoog, dat de gemeenten bij gelijkblijvende uitkeringen uit het gemeentefonds geen middelen ten dienste staan, al deze kosten binnen het raam van een sluitende begroting te dekken. Wij verwachten, dat het U op grond van vorenstaande uiteenzettingen wel duidelijk zal zijn, dat de overgelegde primitieve begroting en de daar bij gevoegde wijzigingen als één geheel moeten worden beschouwd. Te Uwer informatie hebben wij een overzicht samengesteld van het verloop van de verschillende groepen kosten en baten, naar soort ge rangschikt, van de gewone dienst over het tijdvak 1954 "tot en met 1956, welk overzicht wij hierbij overleggen. Inde loop van 1955 hebben wij U bereids een op overeenkomstige wijze opgestelde staat doen toekomen, waarin de ontwikkeling in de kosten en baten over de jaren 1952 tot en met 1955 is gegeven. Hierbij hebben wij tevens een vrij uitvoerige toe lichting verstrekt op de voornaamste oorzaken van de sedert 1952 op getreden verschillen. Ter aanvulling van dit overzicht menen wij thans te kunnen volstaan met een korte toelichting op de belangrijkste af wijkingen tussen de herziene raming voor 1 955 e*1 de thans voorgedra gen ramingen voor 1956. a. personeelslasten 96.000,-- Bij raadsbesluit van 8 September 1955? nr. 12006, zijn de salarissen van enkele functionarissen van de gemeente herzien. De personeelsformaties van de verschillende bedrijven en diensten zijn hierbij aangepast, waaruit voor 1956 oen hogere last resulteert van rond 60.000,--. Onder volgnummer 496 van de begroting is een bedrag van 10,460,-- geraamd voor salariëring van een aan te stellen inspec teur voor de lichamelijke opvoeding. Met ingang van 1 September 1955 is de cursusduur van de gemeente lijke middelbare handelsavondschool van 8 op 12 maanden gebracht, waaruit een hogere last van rond 16.000,-- voortvloeit, In verband met de toeneming van het aantal leerlingen bij het middelbaar onderwijs moest het aantal lesuren met ingang van 1 Sep tember 1955 worden uitgebreid. Hiermede is een hogere uitgaaf aan personeelslasten gemoeid van rond 10.000,--. Te Uwer oriëntering hebben wij voorts een overzicht samengesteld van de sterkte van het gemeentepersoneel per 1 Januari van de jaren 1952 t/m 1956, welk overzicht hierbij wordt gevoegd. b. kapitaalslasten 280.000,-- De hogere kapitaalslasten zijn in hoofdzaak een gevolg van voorgenomen nieuwe investeringen. Bij onze hierna volgende beschouwingen komen wij hierop terug. Te Uwer informatie voegen wij hierbij een overzicht van de boek waarde van de nog niet afgeschreven activa op 1 Januari 1956 en van de middelen, waarmede deze objecten worden gefinancierd. d. subsidies f 99*000,-- Voor een nadere motivering van de verhoogde subsidiebedragen mo gen wij U verwijzen naar de hierna onder het hoofd "subsidies" gege ven toelichting, f. onderhoud - f 1/0.000,-- In de begroting voor 1955 is in verband met de achterstand in het onderhoud van de bestratingen een extra crediet van rond 100.000,-- beschikbaar gesteld, welk bedrag blijkens de begrotings- opzet over dat jaar zal worden bestreden uit de algemene reserve. De schaarste aan materialen en het gebrek aan arbeidskrachten in aanmer king genomen, hebben wij voor onderhoud van straten in de begroting voor 1956 350.000,-- uitgetrokken, hetgeen ten opzichte van de ra- "ming" ming voor 1954 neerkomt op een verhoging van rond 50.000,-- en ten aanzien van de raming voor 1955 op een verlaging van 50.000,--, Tot dusver was het gebruikelijk het buitengewone onderhoud aan schoolgebouwen rechtstreeks ten laste van de gewone dienst van de ge meentebegroting te brengen. In verband met de precaire begrotingspo sitie van de gemeente' zijn wij er voor 1956 toe overgegaan het bui tengewone onderhoud a sin schoolgebouwen op de kapitaaldienst van de be groting op te nemen en op deze kosten, al naar gelang van de aard der uitgaven, een afschrijvingspercentage toe te passen, variërende van 100 tot 5 i°Vanzelfsprekend nemen de kapitaalslasten op de begroting hierdoor toe. Hiervoor wordt op de huidige begroting echter ruimschoots compensatie gevonden door de lagere onderhoudskosten op de gewone dienst. Voor onderhoud van plantsoenen is op de begroting rond f 36.715»-- meer beschikbaar gesteld dan hiervoor bij de herziene raming voor 1955 is uitgetrokken. In verband met de grotere oppervlakte plantsoen, die de gemeentelijke plantsoenendienst als gevolg van de voortschrijdende stadsuitbreiding moet verzorgen, is een accres der uitgaven hier on vermijdelijk. g. verlichting, verwarming, enz. f 35*000,-- Het hogere bedrag van deze kostengroep wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de uitbreiding en modernisering van de openbare verlichting k. bijzondere kosten - 43*000,-- In de raming van deze kosten voor 1955 is een bedrag van rond 35.000,-- begrepen voor uitgaven, verband houdende met de herdenking van de bevrijding. Deze uitgaaf, die slechte voor één keer cptrad, verklaart voor een aanzienlijk deel het verschil in kosten tussen 1955 en 1956. 1. uitvoering administratieve wetten 99.000,-- Van de hogere raming heeft 47*280,-- betrekking op subsidiëring van de gemeentelijke instelling voor maatschappelijk hulpbetoon en f 40.000,-- op de kosten van het nijverheidsonderwijs. m. onvoorziene uitgaven 41.000,-- In de primitieve begroting is voor onvoorziene uitgaven 81.750,-- geraamd. laar de ervaring heeft uitgewezen, moet voor het opvangen van tegenvallers op de begroting in de loop van het dienstjaar een stelpost worden opgenomen van 1,50 per inwoner, in verband waarmede wij U voorstellen bij v/ijziging de raming van deze post op 122.625,-- te brengen. o. gemeentelijke heffingen 70.000,-- Ten opzichte van de herziene raming voor 1955 kan deze batengroep in 1956 met rond 70.000,-- worden verhoogd. Van deze hogere raming heeft o.a. 25.000,-- betrekking op de vermakelijkheidsbelasting, 8.000,-- op de straatbelasting, f 16.500,-- op de grondbelasting en 11.000,-- op de personele belasting. P» uitkering uit het gemeentefonds 76.000,-- Voor een verklaring van deze raming mogen wij U verwijzen naar de hiervoor, bij de uiteenzetting over de financiële verhouding gegeven toelichting. "Subsidies"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 26