5. de koopster aanvaardt hot terrein vrij van hypotheek, beslag en huur en verder in de toestand, waarin dit zich ten tijde van de eigendoms overdracht bevindt, met alle lusten, lasten, plichten, erfdienstbaar heden enz.daartoe van ouds en met recht behorende; No. 10551. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 juli 1956 (bijlage 110. 180); B E S L U I T s de gemeente verkoopt en draagt in volle en vrije eigendom over aan de Vereniging voor Middelbaar Technisch en Ambacht3onderwijsgevestigd te Leeuwarden, een perceel grond, gelegen ten westen van de Overijsselse straatweg en ten noorden van het Van Harinxnakanaaldeel uitmakende van de percelen, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie E, nos. l6l en 240 ter grootte van plm. 17675 m2, welk perceel op de bij dit besluit behoren de tekening roodomlijnd is aangegeven, met uitzondering evenwel van het op deze tekening roodgekleurd aangeduide gedeelte, tegen een prijs, bere kend naar 15,-- per m2, en voorts onder de volgende voorwaarden; 1. de juiste oppervlakte van de over te dragen grond zal door de land meter van het kadaster worden bepaald, nadat het terrein ter plaatse door de dienst der openbare werken der gemeente Leeuw/arden is uitgezet 2, alle op do grondoverdracht vallende kosten, daaronder begrenen die van het uitmeten door de landmeter van het kadaster en die van de levering van een ai schrift van de akte ten behoeve van het gemeente-archief, komen voor rekening van de koopster; 4. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van overdracht 5. het risico voor, het onderhoud van en alle van het gekochte perceel geheven wordende lasten en belastingen komen vanaf de onder 4 bedoelde datum voor rekening van de koopster; 6. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 7« partijen doen afstand van hot recht tot liet vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1502 en 1303 van het burgerlijk wetboek; 0, de koopster verplicht zich om, zodra de gemeente eigenares is geworden van het op de bij dit besluit behorende tekening roodgekleurd aange geven perceelsgedeelte, dit gedeelte, wanneer haar dit in koop wordt aangeboden, van de gemeente te kopen tegen dezelfde prijs en onder dezelfde voorwaarden, als waaronder deze aankoop geschiedt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Beroep B.J. Gros tegen weigering medewerking te verlenen aan wijziging van het erkerkozijn van zijn woning Bildtsestraat 87. Bijlage no. 181. Leeuwarden, 18 juli 1956. Aan de Gemeenteraad. Enige tijd geleden diende de heer B.J. Gros, Bildtsestraat 87, bij de dienst van het bouw- en woningtoezicht een verzoek in om het erkerkozijn van zijn woning te mogen wijzigen overeenkomstig de daarbij overgelegde tekening. De gevraagde wijziging betrof het verwijderen van het kalf in deze woning. Naar aanleiding van dit verzoek hebben wij bij schrijven van 5 juni j.l. aan de heer Gros bericht, dat wij, met de schoonheidscommissie, van oordeel zijn, dat het wijzigen van het kozijn in een reeks gelijkvormige woningen om redenen van welstand ontoelaatbaar moet worden geacht en dat wij geen vrijheid kunnen vinden aan deze wijziging onze medewerking te verlenen. Bij schrijven van 11 juni heeft adressant ons thans medegedeeld, dat hij van deze beslissing in beroep wenst te gaan. In dit schrijven stelt adressant, dat hij onze mening, dat de voorgestelde wijziging van het erkerkozijn om redenen van welstand ontoelaatbaar is, niet kan delen, dat van binnenuit de huidige raamverdeling ten zeerste stoort en dat hij hier ter stede een zekere willekeur meent te moeten constateren van hetgeen uit een oogpunt van welstand al dan niet toelaatbaar is. In verband met het laatste argument wijst adressant naar de wijzigingen van erkerkozijnen in de percelen Engelseplein 3enFonteinstraat 20 en 25. Tevens verzoekt adres sant ons Uw raad te doen voorlichten door de commissie, bedoeld in arti kel 24, tweede lid, der Bouwverordening. Aangezien adressant.s verzoek tot wijziging van het erkerkozijn niet voldeed aan de vormvoorschriften, welke ten aanzien van aanvra-gen voor bouwvergunningen zijn gesteld, en omdat ons thans aangevallen schrijven is gesteld in de termen van een wel meer voorkomend vooroverleg en adres sant zijn thans voorliggend schrijven in stede van aan Uw raad heeft ge richt tot ons college, is dit schrijven formeel geen beroepschrift in de zin van artikel 24» eerste lid, der verordening. Niettemin hebben wij er in dit niet gecompliceerde geval geen bezwaar tegen het schrijven als een beroepschrift aan te merken en het als zodanig te behandelen. Met betrekking tot de suggestie van adressant om deze zaak aan de zogenaamde hogere schoonheidscommissie voor te leggerzijn wij van oordeel, dat daarvoor, nu het een aangelegenheid van weinig importantie betreft, geen voldoende aanleiding bestaat. Overigens mogen wij het volgende opmerken. Onze bezwaren zijn, zoals ook uit de motivering blijkt, niet zozeer gericht tegen de wijziging van het erkerkozijn op zichzelf als wel tegen deze wijziging, gezien in verband met de omgeving. Daar het hier betreft een wijziging van één gevel uit een aaneengesloten front van 13 woningen, menen wij, dat deze verbouwing in verband met de omgeving uit een oogpunt van welstand wel degelijk aanstoot zou geven. Het argument, dat de huidige raamverdeling va,n binnenuit ten zeerste stoort, menen wij sterk in twijfel te moeten trekken. Bovendien is dit argument niet ter zake dienend, daar hot hier om de beoordeling van de welstand gaat. Dat het gemeentelijk beleid in zake de beoordeling van welstandsaan- gelegenheden een willekeurig karakter zou dragen, moeten wij bestrijden en zeker blijkt zulks niet uit de zogenaamd door adressant genoemde prece denten "De"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 276