4. zolang de erfpacht niet met toestemming van burgemeester en wet houders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben 5. de akte van erfpacht moet notarieel worden verleden binnen een door burgemeester en wethouders te stellen termijn; No. i062ö. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders va:. 19 juli 1956 (bijlage no. 188); BESLUIT de gemeente staat tot 31 december 2030 in erfpacht af aan Albert Linde boom, wonende te Leeuwarden, Ferdinand Bolstraat 93het perceel bouw terrein, gelegen aan de westzijde van de d1Hondecoeterstraatdeel uit makende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie A, no. 2322, op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aangege ven, ter oppervlakte van plm. 1365 m2, en wel onder de volgende voor waarden: 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 24.000,-- en een rentevoet van 4-i pe:r jaar; 2. het door belanghebbende ten kantore van het grondbedrijf gestorte bedrag van 1.200,--, als waarborg voor de nakoming der voor waarden, vervalt aan de gemeente, indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, tenzij burgemeester en wethouders in bijzondere ge vallen, te hunner beoordeling, niettemin tot gehele of gedeelte lijke teruggave van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvrage de waarborgsom teruggegeven; 5. voor het eerst in het jaar 1995» en vervolgens steeds om de 25 ja ren, wordt de waarde van de grond op dat tijdstip opnieuw door de gemeenteraad vastgesteld; 6. voor het overige zijn op deze afstand in erfpacht van coepassing - voor zover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd - de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bou?/terrei- nen, gelegen tussen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehorende aan de gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Aangaan grondruil met de N.V. Nederlandse Spoorwegen. Bijlage no. I89. Leeuwarden, 19 juli 1956. Aan de Gemeenteraad. Ten behoeve van het verbreden van de Harlingertrekvaart en van de industriehaven (gedeelte voormalige Snekertrekvaart)alsmede in verband met het aanleggen van een weg langs de noordzijde van de verbrede Harlingertrekvaart, heeft de gemeente na gepleegd vooroverleg de beschik king verkregen over enkele grondstroken, welke in eigendom toebehoren aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen to Utrecht. Deze grondstroken, die een oppervlakte hebben van in totaal plm. 1100 m2zijn op de bij do stukken overgelegde tekening blauwgelcleurd aangegeven. Wij achten het van belang, dat de gemeente deze grondstroken in eigendom verkrijgt. Het meest noordelijke gedeelte van de spoorlijn Leeuwarden-Stiens voorzover gelegen ten zuiden van de Harlingertrekvaart, bevindt zich op grond, welke in eigendom toebehoort aan de gemeente Leeuwarden. Dit per ceelsgedeelte, ter oppervlakte van plm. 200 m2, is op de bedoelde tekening roodgekleurd aangegeven. Voor een afronding van haar bezit aldaar is het verkrijgen in eigendom van deze grond voor de N.V. Nederlandse Spoorwegen van belang. Op grond van het vorenstaande zijn met de N.V. Nederlandse Spoorwegen onderhandelingen gevoerd, teneinde te komen tot een grondruil tussen de N.V. en de gemeente. Deze onderhandelingen hebben ertoe geleid, dat in prin cipe overeenstemming omtrent een zodanige transactie is bereikt, met dien verstande, dat de blauwgekleurde grondstroken tegen een prijs van 0,40 per m2 aan de gemeente in eigendom worden overgedragen en dat de N.V. het roodgekleurde perceelsgedeelte tegen een prijs van 0,40 per m2 in eigen dom verkrijgt. Van de zijde van de N.V. zijn verder voorwaarden gesteld ten aanzien van het van gemeentewege verplaatsen van grensstenen, alsmede omtrent het door en voor rekening plaatsen van een afrastering langs de Harlingertrekweg over een lengte van plm. 40 m. Wij achten een verrekenprijs van 0,40 per m2 voor de gemeente aanvaardbaar en kunnen ons eveneens verenigen mot de overige door de N.V. gestelde voorwaarden. De ruiling kan overigens onder de gebruikelijke be palingen geschieden. Wij vestigen er nog de aandacht op, dat op de noordelijke grens van het aan de N.V. over te dragen perceelsgedeelte van gemeentewege oen betonnen, deels houten walbeschoeiing is geplaatst. Deze beschoeiing is aan wezig op gemeentegrond; de verankering ligt evenwel in het perceelsgedeelte dat na de totstandkoming van de grondruil aan de N.V. Nederlandse Spoor wegen in eigendom toebehoort. In verband hiermede is het voor de gemeente van belang, dat het recht van verankering van de damwand in de akte van grondruil wordt vastgelegd en wel door middel van het vestigen van een erfdienstbaarheid. De N.V. Nederlandse Spoorwegen heeft verklaard zich hiermede te kunnen verenigen. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.K. Dijkstra, 1.- Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 21 juli 1956.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 286