4. zolang het erfpachtsrecht niet met toestemming van burgemeester en wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; No. 10687. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 juli 1956 (bijlage no. 192 BESLUIT de gemeente staat tot 31 december 2030 in erfpacht af aan H.W. Ensingh, Ibisstraat 13» alhier, het perceel bouwterrein, gelegen aan de zuidoost zijde van de Aert van der Neerstraat, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie A, no. 2436, op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven, ter oppervlakte van 278 m2, en wel onder de volgende voorwaar den: 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 3»187»80 en een rentevoet van 4it tfo per jaar; 2. het door belanghebbende ten kantore van het grondbedrijf gestorte bedrag van 160,--, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, vervalt aan de gemeente, indien niet aan de voorwaarden wordt vol daan, tenzij burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, niettemin tot gehele of gedeeltelijke terugga ve van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvraag de waarborgsom teruggegeven; 3. voor het eerst in het jaar 1995» en vervolgens steeds om de 25 ja ren, wordt de waarde van de grond op dat tijdstip opnieuw door de gemeenteraad vastgesteld; 5. de erfpachtsakte moet notarieel worden verleden binnen een door bur gemeester en wethouders te stellen termijn; 6. voor het overige zijn op deze afstand in erfpacht van toepassing - voor zover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd - de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tussen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehorende aan de gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter» Secretaris. Uitgifte in erfpacht van industrieterrein, gelegen ten westen van en aan Mr. P.J. Troelstraweg, aan N.V. Herenkledingfabriek v/h gebr. Levie, te Groningen, Bijlage no. 193. Leeuwarden, 20 juli 1956. Aan de Gemeenteraad. De N.V. Herenkledingfabriek v/h gebr. Levie te Groningen heeft zich kortgeleden met ons college in verbinding gesteldteneinde de moge lijkheden te onderzoeken voor het vestigen in deze gemeente van een be drijf voor het vervaardigen van herenconfectiekleding Zoals bekend, bestaat het personeel van een dergelijk bedrijf prak tisch geheel uit vrouwelijke werknemers, zodat in de eerste plaats diende te worden nagegaan, of bij vestiging van dit bedrijf alhier over een vol doend aantal vrouwelijke arbeidskrachten zou kunnen worden beschikt. Omtrent deze vraag is een vrij uitvoerig rapport samengesteld door het Economisch Technologisch Instituut voor Friesland. De eindconclusie van het E.T.I.F. luidt, dat potentieel in deze gemeente een omvangrijk aanbod van vrouwelijke werkkrachten beschikbaar is cn dat een gegrond vermoeden aanwezig is, dat voor de kleding- en textielsector zo veel belangstelling bestaat, dat het mogelijk zal zijn om in deze gemeente oen groot bedrijf te exploiteren. Voor een nadere oriëntatie omtrent dit onderwerp mogen wij U kortheidshalve naar hot bij de stukken overgelegde rapport verwijzen. Wij kunnen hieraan toevoegen, dat genoemde N.V. mede op grond van deze gegevens gaarne wil overgaan tot het stichten van een confectiekleding- bedrijf in deze gemeente. Onzerzijds achten wij een dergelijke vestiging voor de gemeente van groot belang, redenen waarom wij ons in beginsel tegenover de N.V. gaarne bereid hebben verklaard in alle opzichten zo mogelijk onze medewerking voor een vestiging hier ter stede te verlenen. Voor het stichten va,n het voor de uitoefening van het bedrijf benodigde gebouw is het oog gevallen op het terrein, gelegen aan de west zijde van de Mr. P.J. Troelstraweg, alhier, onmiddellijk ten noorden van het tennispark "De Kleine Bontekoe". Dit terrein, dat een breedte heeft van ongeveer 64 m, maakt deel uit van de landerijen, behorende tot de gemeen telijke boerderij "De Magere Weide". Deze boerderij is verpacht voor het tijdvak van mei 1955 tot mei 1965» zodat het benodigde perceelsgedeelte bij doorgaan van de plannen voortijdig uit de pacht dient te worden geno men.Met de pachtster is hieromtrent reeds overeenstemming bereikt. Voor het gebied, waarin hot betreffende perceelsgedeelte is gelegen, wordt momenteel een uitbreidingsplan voorbereid. Uit het voorgaande blijkt, dat het bedoelde terrein zonder bezwaar door de gemeente voor het beoogde doel beschikbaar kan worden gesteld. Ook van de zijde van de N.V. wordt op het verkrijgen van dit terrein veel prijs gesteld. Verdere onderhandelingen hebben tot resultaat gehad, dat genoemde N.V, heeft verzocht het bedoelde perceelsgedeelte, ter diepte van gemiddeld 80 m, van de gemeente in erfpacht te verkrijgen. Het gevraagde terrein, dat derhalve een oppervlakte heeft van plm. 5120 m2is op de bij de stuk ken overgelegde tekening roodomlijnd aangegeven. De erfpachtscanon dient naar onze mening te worden berekend naar een grondwaarde van in totaal 43.200,--. Dit bedrag is als volgt bepaalds a. voor het aan de Mr. P.J. Troelstraweg grenzende terreingedeelte, ter diepte van gemiddeld 30 m (oppervlakte derhalve plm. 1920 m2), naar een bedrag van 15»-- per m2 20.800,--; b. voor de grond, gelegen ten westen van het onder a bedoelde terrein, ter diepte van 25 m (oppervlakte derhalve plm. l600 m2), naar een be drag van 5,-- per m2 8.000, c

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 291