uit de onderhavige investering derhalve geen lasten voort.
Onder mededeling, dat de Commissie van bijstand voor het Openbaar
Slachthuis en de Financiële Commissie zich hiermede kunnen verenigen,
stellen wij U voor, ten behoeve van hetaanschaffen van een automatisc
werkende koelinstallatie voor het Openbaar Slachthuis een krediet be
schikbaar te stellen van 36000 ,-—en de gemeente-begroting en de begro
ting van het Openbaar Slachthuis voor het dienstjaar 1956 te wijzigen
overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 8 augustus 1956.
Verordening op de Noorderbegraafplaats.
Bijlage no.202. Leeuwarden, 9 augustus 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig Uw besluit, genomen in de vergadering van 2 april 1952,
is de Noorderbegraafplaats aan de oostzijde met een nieuw gedeelte uitge
breid. Aangezien dit nieuwe gedeelte in verband met de behoefte aan begraaf-
ruimte binnenkort in gebruik dient te worden genomen, is het noodzakelijk
de verordening op de inrichting en het gebruik van de Noorderbegraafplaats
te Leeuwarden aan deze situatie aan te passen. Van deze gelegenheid ware
tevens gebruik te maken de voorschriften betreffende het gebruik van de be
graafplaats te herzien.
Het is n.l. wenselijk het indertijd aanvaarde stelsel van uitgifte van
grafruimten te wijzigen. Ingevolge de vigerende verordening worden de graf
ruimten uitgegeven als eigen graven voor onbepaalde tijd, doch niet langer
dan tot het sluiten van de begraafplaats, als huurgraven voor 10 jaren en
als algemene graven. Sedert de ingebruikneming van de Noorderbegraafplaats
in 1919 zijn overwegend eigen graven uitgegeven en is er in gering mate ge
bruik gemaakt van algemene graven; van huurgraven is slechts enkele malen
gebruik gemaakt. De omstandigheid, dat overwegend eigen graven voor onbe
paalde tijd zijn uitgegeven, heeft ten gevolge, dat over deze graven niet
meer beschikt kan worden en dat de beschikbare begraafruimte betrekkelijk
spoedig is uitgegeven. Teneinde de ongetwijfeld in de toekomst nog noodza
kelijke uitbreidingen van de Noorderbegraafplaats, welke kostbare inves
teringen vereisen, te beperken, verdient het aanbeveling het recht om in
een eigen graf te begraven aan een bepaalde termijn te binden. Door een der
gelijke beperking van de gebruiksduur kunnen de eigen graven telkens na
verloop van de omlooptijd opnieuw worden uitgegeven en is een continu ge
bruik van de begraafplaats mogelijk. Behalve uit financieel oogpunt is deze
wijze van uitgifte wegens agrarische en in de toekomst wellicht stedebouvir-
kundige belangen van betekenis. In verband hiermede wordt voorgesteld, de
maximum gebruiksduur van eigen graven te bepalen op 100 jaren met daarnaast
de mogelijkheid van uitgifte van dit soort graven voor 20, 40, 60 of 80
jaren. Waar de gebruiksduur van de thans voor onbepaalde tijd uitgegeven
graven in feite ook beperkt is, n.l. tot het tijdstip waarop de begraaf
plaats wordt gesloten, brengt deze wijziging in het stelsel van uitgifte
geen wezenlijke verandering in het instituut der eigen graven.
Van huurgraven is, zoals vermeld, slechts enkele malen gebruik ge
maakt, vermoedelijk omdat de gebruiksduur van dit soort graven (10 jaren)
te kort wordt geacht. In verband met de omstandigheid, dat bij het boven-
aangegeven stelsel van uitgifte o.m. gedurende 20 of 40 jaren van een eigen
graf gebruik gemaakt zal kunnen worden, kan de uitgifte voor een zo korte
tijd van 10 jaren, waarvan, zoals gezegd, bijna geen gebruik is gemaakt,
dan ook achterwege blijven. Behalve eigen- en algemene graven, verdient
het in het belang van een verantwoorde indeling en een doelmatig gebruik
van de beschikbare begraafruimte aanbeveling op een afzonderlijk gedeelte
van de begraafplaats grafruimten voor het begraven van uitsluitend lijken
van kinderen uit te geven.
Het aantal crematies en de nog te verwachten toename daarvan - in
Groningen zal vermoedelijk een crematorium worden gesticht - maken het vol
gens informatie van de vereniging voor facultatieve lijkverbranding en de
vereniging voor crematie wenselijk op de begraafplaats een voorziening te
treffen voor het bewaren van de stoffelijke resten van hen, die gecremeerd
zijn. Voorlopig zou volstaan kunnen worden met de bouw van een urnenplaats,
welke plaats biedt voor ongeveer 100 asbussen of urnen, en de aanleg van
een akkertje voor het strooien van asreston. Een plan voor een en ander
wordt door de dienst der openbare werken voorbereid en zal te zijner tijd
aan U worden voorgelegd.
"Voor"