Artikel 22.
1. De vergunning vervalt:
a. wanneer de houder van de vergunning schriftelijk heeft verklaard op
de vergunning geen prijs meer te stellen;
b. wanneer deze betreft voorwerpen of beplantingen, als bedoeld in ar
tikel 18, ten aanzien van een grafruimte of een ruimte van de urnen
plaats, waarvoor het recht, als bedoeld in artikel 5> eerste lid, is
verleend en dat recht vervalt;
c. wanneer deze betreft voorwerpen of beplantingen, als bedoeld in arti
kel 18, ten aanzien van een grafruimte, waarvoor geen recht, als be
doeld in artikel 5» eerste lid, is verleend, na het verstrijken van
de termijn van 10 jaren na de dag der begraving van het lijk van de
persoon, ter ere waarvan die voorwerpen of beplantingen zijn aange
bracht;
d. wanneer deze betreft voorwerpen of beplantingen, als bedoeld in arti
kel 18, ten aanzien van een grafruimte, waarvoor geen recht, als be
doeld in artikel eerste lid, is verleend, indien de houder van de
vergunning is overleden en binnen drie maanden na het overlijden
niemand zich voor vestiging van de vergunning op zijn naam heeft aan
gemeld.
2. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning vervallen verklaren:
a. wanneer de aan de vergunning verbonden voorwaarden niet worden nage
komen;
b. wanneer de houder van de vergunning naar hun oordeel de onder de
vergunning begrepen voorwerpen of beplantingen niet of niet genoeg
zaam onderhoudt dan wel aan die voorwerpen of beplantingen niet de
door hen nodig geachte herstelling of vernieuwing aanbrengt.
5. Burgemeester en wethouders kunnen na het vervallen van de vergunning de
onder de vergunning begrepen voorwerpen of beplantingen van gemeentewege
doen verwijderen.
Artikel 23.
De gemeente is niet aansprakelijk voor beschadiging van de onder de
vergunning begrepen voorwerpen of beplantingen.
Onderhoud, herstellen en vernieuwen van grafbedekkingen en -beplantingen.
Artikel 24.
1. Het onderhoud van de onder de vergunning, bedoeld in artikel 18, begrepen
voorwerpen en beplantingen geschiedt, zolang de vergunning van kracht
is, door en voor rekening van de gemeente.
2. Het herstellen en vernieuwen van de in het vorig lid aangeduide voorwer
pen en beplantingen geschiedt door en voor rekening van de houder van de
vergunning.
3. Burgemeester en wethouders kunnen op schriftelijk verzoek van de houder
van de vergunning het in het eerste lid bedeelde onderhoud onder door hen
te stellen voorwaarden aan.hem overlaten.
Maatregelen van orde.
Artikel 25-
1 De begraafplaats is voor bezoekers toegankelijk gedurende de maanden
april tot en met oktober tussen 8 en 18 uur en gedurende de overige maan
den tussen 8 en 17 uur. Op zon- en algemeen erkende christelijke feest
dagen is de begraafplaats om 9 uur geopend.
2. Kinderen beneden de leeftijd van 14 jaren hebben op de begraafplaats
geen toegang zonder geleide.
"Art. 26."