Jaarlijkse heffing heeft echter grote bezwaren. De administratie zal
zwaar worden belast, aangezien het na verloop van jaren steeds moeilijker
zal worden de belastingplichtigen op te sporen. De perceptiekosten zullen
ongetwijfeld onevenredig hoog worden. Daarom wordt voorgesteld de totale
onderhoudskosten over de gehele periode, gedurende welke het onderhoud
plaats vindt, in eens in rekening te stellen. De te heffen bedragen kun
nen dan worden bepaald op de contante waarde van de voor elke periode van
10 (voor de algemene graven), 20, 40, 60, 80 of 100 jaren te betalen ver
goeding. In ronde bedragen zal dan voor het onderhoud van een gedenkteken
of een beplanting verschuldigd zijn;
voor 100 jaren 165:
voor 80 jaren
voor 60 jaren
voor 40 jaren
voor 20 jaren
voor 10 jaren
9
160,—
150,—
125,—
85,
50,
Teneinde tegemoet te komen aan de bezwaren van belastingplichtigen,
voor wie het moeilijk zou kunnen zijn het onderhoudsrecht in eens te vol
doen, wordt voorgesteld de invordering hiervan in vijf gelijke halfjaar
lijkse termijnen te doen geschieden. De eerste termijn zal moeten worden
voldaan, voor het tijdstip waarop het gedenkteken of de beplanting is
aangebracht, de tweede termijn op 31 december daarna en de volgende ter
mijnen steeds een half jaar daaropvolgend. Uit ons voorstel van heden
(bijlage no. 202) moge U zijn gebleken, dat de mogelijkheid is opengela
ten het onderhoud, onder door burgemeester en wethouders te stellen voor
waarden, door de nabestaanden zelf te doen plaatsvinden.
Voor de graven, welke bij het inwerking treden van de nieuwe ver
ordening reeds zijn uitgegeven, kan krachtens de U aangeboden ontwerp
verordening op de Noorderbebegraafplaatswanneer dit door de nabestaan
den wordt verzocht, het onderhoud aan de gemeente worden overgedragen.
Voor zover van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt, kan het tarief
worden toegepast, zoals dat voor de nog uit te geven graven in artikel 10
is opgenomen.
Voorshands achten wij geen termen aanwezig voor het gebruik van de
bestaande wachtruimte op de Noorderbegraafplaats een recht te heffen.
Het ligt echter in ons voornemen zodra de plannen tot de bouw van een
aula, waartoe reeds voorbereidingen zijn getroffen, ten uitvoer zijn ge
bracht, de heffing van rechten voor het gebruik van de aula nader te be
zien
Onder mededeling dat de Financiële Commissie zich hiermede kan ver
enigen, geven wij U in overweging over te gaan tot vaststelling van de
hierna afgedrukte ontwerp-verordening.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 9 augustus 1956.
No.11598.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 augustus 1956
(bijlage no203
BESLUIT;
vast te stellen de volgende
VERORDENING op de heffing van begrafe
nisrechten op de Noorderbegraaf
plaats
Artikel 1.
In de gemeente worden rechten geheven voor het gebruik van de Noor
derbegraafplaats en voor andere door of vanwege de gemeente aldaar ver
strekte diensten.
Artikel 2.
Belastingplichtig is degene, aan wie het bij deze verordening om
schreven recht, de vergunning of de dienst is verleend.
Artikel 3-
Een graf of een grafruimte, als bedoeld in deze verordening, is ten
hoogste 2.10 m lang en ten hoogste 1 m breed.
Artikel 4»
1
Voor het uitsluitend recht tot het begraven van lijken in een aangewe
zen grafruimte is, onverminderd het krachtens artikel 7 te heffen be-
grafenisrechtverschuldigd, indien dit recht wordt verleend voor de
tijd van;
op de eerste
afdeling
op de tweede
afdeling
jaren
jaren
jaren
jaren
60,—
120,—
180,—
240,—
300,—
30,--
120,—
150,—
op de afdeling
voor kindergraven
15,—
30,--
45,—
60,—
75,—
100 jaren
Voor het uitsluitend recht tot het bijzetten van een urn of een asbus
in een aanwezen ruimte van de urnenplaats is verschuldigd, indien dit
recht wordt verleend voor de tijd van;
30,--
60
90,"
120,—
150,—
20 jaren
40 jaren
60 jaren
80 jaren
100 jaren
Artikel 5*
Aan het einde van het tijdvak, waarvoor het uitsluitend recht tot
het begraven of tot het bijzetten van een urn of van een asbus is ver
leend, kan dit recht weer voor 20, 40, 60, 80 en 100 jaren worden verkre
gen door het betalen van het krachtens artikel 4 verschuldigde recht.
Artikel 6.
Voor het overboeken van een grafruimte of van een ruimte van de ur
nenplaats in het daartoe bestemde register op naam van een andere recht-
"hebbende
20
40
60
80
t»