Artikel 14 Onjuist in rekening gestelde rechten kunnen ambtshalve worden ver minderd of teniet gedaan, zolang niet sedert het tijdstip waarop deze rechten verschuldigd waren, drie jaren zijn verstreken. Artikel 15 Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten onrechte is afgezien van het in rekening stellen van rechten, dan wel de in reke ning gestelde rechten ten onrechte teniet zijn gedaan of verminderd of rechten tot een te laag bedrag in rekening zijn gesteld, kunnen de te weinig geheven rechten worden nagevorderd zo lang niet sedert het tijdstip, waarop zij verschuldigd waren, drie jaren zijn verstreken. Artikel 16. Bij weigering of nalatigheid de verschuldigde rechten te voldoen, ge schiedt de invordering overeenkomstig de artikelen 291 tot en met 295 van de gemeentev/et Artikel 17 Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 van de gemeentewet treedt de controleur der gemeentebelastingen in de plaats van de raad of van de burgemeester. Artikel 18. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die, waarop het bericht van de Koninklijke goedkeuring door het gemeen tebestuur is ontvangen. 2. Met ingang van de dag, bedoeld in het voorgaande lid, vervalt de ver ordening op de heffing van begrafenisrechten van de Noorderbegraaf plaats, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 april 1919 en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 4 juni 1919» no. 23, alsmede de daarbij be horende verordening op de invordering van de begrafenisrechten van de Noorderbegraafplaats in de gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1919 no. 28). Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 314