No. 11646.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 augustus 1956 (bijlage
no. 209);
BESLUIT
met G. Keverkamp en K.G. Boorsma, beiden wonende Kleine Kerkstraat 37, alhier, een
overeenkomst aan te gaan van de volgende inhoud:
a. Keverkamp en Boorsma, voornoemd, verbinden zich het aan hen, blijkens pachtcon-
tract, geregistreerd te Leeuwarden op 13 januari 1953, deel 44, blad 21, no, 1,
tot 1 november 1958 verpachte perceel gardenierslandgelegen tussen de Potmarge
en Achter de Hoven te Leeuwarden, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie
G, no, 8390, groot 2.60.10 ha, te ontruimen en afstand te doen van alle rechten
op schadevergoeding, die zij op enigerlei wijze en in welke vorm ook, tengevolge
van het beëindigen van de pacht van deze grond en de ontruiming van het terrein,
op de gemeente zouden kunnen doen gelden;
b. de gemeente verbindt zich aan Keverkamp en Boorsma, voornoemd,
1. wegens inkomstenderving over de jaren 1956, 1957 en 1958 eenschadevergoeding
toe te kennen van in totaal 1.200,
2. wegens overdracht van de hierna opgesomde onroerende en roerende goederen, zich
bevindende op het aan de pacht onttrokken perceel, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie G, no. 8390,een waarde te vergoeden van in totaal 7.452,--.
een warenhuis, 40 vakken, met glas, compleet en een warenhuis,
40 vakken, zonder glas, geschatte waarde in totaal
276 betontegels, ter lengte van 1 m, geschatte waarde
29 betonnen naalden,
73 palen,
60 gordingen,
plm. 180 eenruiters, 11
een groot hok met werkbank en schiphuis,
een ijzeren schouw met aanhangmotor,
een buiswagen met luchtband,
een freesmachine, merk "Sima:/1,
een motorpomp met 5 slang, 11
een schafthokje met zaadkist
een bascule,
een grote slijpsteen,
een kleine slijpsteen,
drie kruiwagens, 11
een ladder en een oude trap,
plm» 4000 bloempotten,
totaal
3-100,
575,
M 60,
50,
90,
750,--
1.400,—
450,™
45,-
550
125,
50,
22,—
24,—
14,
30,
27,
90,-
7-452,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
1.-Secretaris
Bouw van houtrijke woningen.
Bijlage no. 210. Leeuwarden, 11 augustus 1956.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergaderingen van 2 mei en 4 juli 1956 is besloten om over te
gaan tot de bouw van 47 en 42 houtrijke woningen, respectievelijk in de
uitbreidingsplannen Zuid-West I en Greunsweg.
Teneinde de exploitatiekosten van de woningen van laatstgenoemd com
plex, welke van een paalfundering moeten worden voorzien, zo laag mogelijk
te houden, hebben wij U voorgesteld bij 28 woningen een schuurtje te
bouwen, waardoor de bewoningscapaciteit op 10 personen zou kunnen worden
gebracht. Na inzending van dit bouwplan bij de Provinciale Directie van de
Wederopbouw en de Volkshuisvesting is ons echter gebleken, dat het niet
mogelijk is deze woningen op de wijze, zoals wij U hebben voorgesteld, tot
stand te brengen, aangezien tengevolge van de hoge funderingskosten - ook
de schuurtjes zouden van een paalfundering moeten worden voorzien - de
toelaatbare bouwkosten zouden worden overschreden. Bedoelde 42 woningen
kunnen slechts worden gebouwd, indien de losstaande schuurtjes komen te
vervallen en de woningen, behoudens enkele kleine afwijkingen t.a.v. het
lavet, worden uitgevoerd zoals de 47 woningen in het uitbreidingsplan
Zuid-^est I, terwijl dan alle woningen van dit type voor de exploitatie
kunnen worden gerekend als te behoren tot één complex.
Wij zijn dan ook van oordeel, dat het wenselijk is, dat Uw besluiten
van 2 mei en van 4 juli j.l. worden ingetrokken en worden vervangen door
oen besluit tot het stichten van één complex houtrijke woningen, te bouwen
op verschillende plaatsen in onze gemeente. Laatstgenoemde administratieve
maatregel verdient ook aanbeveling in verband met het vaststellen van de
huur, welke toch voor hetzelfde type woningen in verschillende delen van
de stad zoveel mogelijk dient overeen te komen. Bovendien is het wenselijk,
dat de exploitatie van al deze woningen wordt gebaseerd op eenzelfde ren
tepercentage, hetwelk thans op 4$ kan worden vastgesteld.
In ons voorstel van 28 april. 1956 wezen wij U erop, dat het naar onze me
ning gerechtvaardigd is ongeveer 200 van deze houtrijke woningen te stich
ten. Ten vervolge op onze reeds eerder genoemde voorstellen menen wij U
thans dan ook te moeten voorstellen op een terrein ten westen van de Pie-
ter Stuyvesantweg 44 van. deze woningen te doen bouwen. Hiervan zullen dan
38 woningen geheel overeenkomen met de woningen van het complex van 42 ten
oosten van de Pieter Stuyvesantweg, terwijl 6 woningen van een schuurtje
kunnen worden voorzien, waardoor de bewoningscapaciteit op 10 personen kan
worden gesteld.
In ons voorstel van 28 april j.l. deelden wij U mede, dat de aannemer
van deze woningen voor eigen rekening een tweetal proefwoningen aan de
Dirk Boutsstra^t heeft gebouwd op een in erfpacht verkregen terrein. Deze
woningen vormen als het ware één geheel met het complex van 47 woningen.
Voor een goede aanleg van de achtertuinen en de paden verdient het alles
zins aanbeveling, dat deze twee woningen bij de exploitatie van het com
plex van 47 worden gevoegd. De aannemer is bereid de twee proefwoningen
aan de gemeente over te dragen voor 28.000,--. De kosten van grondopho-
ging, van de aanleg van tegelpaden en van het aanbrengen van enkele wij
zigingen in de woningen, waardoor deze vrijwel overeenstemmen met de 47
in aanbouw zijnde woningen, zijn voor rekening van de aannemer.
Wij zijn van mening, dat de genoemde prijs, welke lager ligt dan
de bouwkosten van twee woningen van het complex van 47 woningen, voor de
gemeente aanvaardbaar is.
Indien besloten wordt deze woningen te voegen bij het complex hout
rijke woningen, dat de gemeente laat bouwen, zal Uw besluit van 21 maart
1956, no. 4177? "tot het in erfpnrh+ uitgeven /an de voor deze 2 woningen
"benodigde