Aankoop perceeltjes grond van "Het Engelse Plein", Bijlage no. 225. Leeuwarden, 17 september 1956. Aan de Gemeenteraad. Bij raadsbesluit van 23 december 1955 is aan de vennootschap onder firma Bouw- en Exploitatiebedrijf "Het Engelse Plein" vergunning verleend tot het aanleggen van straten op de aan dit bedrijf in eigendom toebehoren de percelen, gelegen ten zuidwesten van het Engelse Plein, alhier. In de loop der jaren zijn de straten in dit gebied aangelegd en is de daardoor ontstane bouwrijpe grond praktisch geheel bebouwd geworden. Op verschillende plaatsen zijn evenwel minder gunstig gevormde restanten van deze bouwrijpe grond overgebleven. Bedoelde perceelsgedeelten, die op de bij de stukken over gelegde tekening roodgekleurd zijn aangegeven, grenzen aan eigendommen van de gemeente en kunnen slechts als bouwterrein worden geëxploiteerd, indien zij bij de naastgelegen gemeente-eigendommen worden gevoegd. In dat geval zal een behoorlijke afronding van het gemeentebezit aldaar ontstaan en zal een goede verkaveling van de nog beschikbare bouwterreinen mogelijk worden. In verbanu met het bovenstaande hebben wij met het genoemde bedrijf onderhandeld over aankoop van deze gronden door de gemeente. Het resultaat hiervan is geweest, dat het bedrijf zich bereid heeft verklaard de betref fende gronden aan de gemeente te verkopen voor een prijs, berekend naar 2,-- per m2. Wij achten deze prij billijk en voor de gemeente aanvaard baar. In de destijds van gemeentewege verleende vergunning voor straataanleg is o.m. bepaald, dat de in en om de terreinen gelegen sloten moeten worden gedempt op de wijze als in de bouwverordening is voorgeschreven, of nader door burgemeester en wethouders zal vorden bepaald. Voorts wordt daarin voorlopig ontheffing verleend van het dempen van de sloot, gelegen ten zui den van de terreinen van vergunninghouder, mits als aandeel in de t.z.t. uit te voeren demping een bedrag van 2.000,in de gemeentekas wordt ge stort, of voor dat bedrag voldoende zekerheid wordt gesteld. Vergunning houder heeft toen de laatste mogelijkheid gekozen. In een later stadium heeft de gemeente in verband met de uitvoering van werken de helft van de totale lengte van de desbetreffende sloot gedempt. Daarvoor heeft de ver gunninghouder in 1948 de helft van de waarborgsom, zijnde 1.000,aan de gemeente uitbetaald. Van de zijde van het bouw- en exploitatiebedrijf is thans verzocht van de verplichting tot slootdemping, als omschreven in het eerderbedoelde raadsbesluit van 25 december 1955» te worden ontheven door betaling van nog een bedrag van 1.000,-- aan de gemeente. Dit laatste be tekent, dat de gemeente bij inwilliging van het verzoek op eigen kosten voor verdere slootdemping zal moeten zorgdragen. Wij menen, dat tegen in williging van het verzoek geen bezwaren bestaan, daar deze slootdemping thans op gemakkelijke en voordelige wijze kan geschieden met grond, welke door de aanleg van in dat gebied geprojecteerde straten zal vrijkomen. De aankoop van de onderhavige perceeltjes kan overigens onder de ge bruikelijke voorwaarden plaats hebben. Op grond van het vorenstaande geven wij U dan ook in overweging te be sluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 19 september 1956.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 353