4. zolang de erfpacht niet met toestemming van burgemeester en wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; Ho. 13776. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 1956 (bijlage no. 227); BESLUIT: de gemeente staat tot 31 december 2030 in erfpacht af aan de Vereniging van Zelfstandige Melkhandelaren voor Leeuwarden en omgeving, alhier, een perceel bouwterrein, op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aangegeven, gelegen aan de oostzijde van de Berliozstraatter grootte van plm. 325 m2deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, no. 5170, en wel onder de volgende voorwaarden: 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 6.358,-- en een rentevoet van 4gi° per jaar; 2. het door belanghebbende ten kantore van het grondbedrijf gestorte be drag van 318»--, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, ver valt aan de gemeente, indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, ten zij burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoor deling, niettemin tot gehele of gedeeltelijke teruggave van de waar borgsom besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvrage de waarborgsom teruggegeven; 3. voor het eerst in het jaar 1995» en vervolgens steeds om de 25 jaren, wordt de waarde van de grond op dat tijdstip opnieuw door de gemeente raad vastgesteld; de opnieuw vastgestelde waarde strekt daarop tot de volgende herziening tot grondslag van de canon; 5. de akte van erfpacht moet notarieel worden verleden binnen een door burgemeester en wethouders te stellen termijn; 6. voor het overige zijn op deze afstand in erfpacht van toepassing - voor zover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd - de bepa lingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tussen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehorende aan de gemeente Leeuwarden Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Aangaan grondruil met Coöperatieve Condensfabriek "Friesland". Bijlage no. 228. Leeuwarden, 19 september 1956= Aan de Gemeenteraad, In verband met de destijds reeds bestaande behoefte aan mogelijkheden tot uit breiding van haar fabriekscomplex aan de zuidzijde van het Nieuwe Kanaal, alhier, heeft de Coöperatieve Condensfabriek "Friesland" in 1943 door aankoop de ceschikking verkregen over een tweetal percelen grond, gelegen ten oosten van en aan de Juliana- straatalhier. Tussen deze straat en de terreinen van de Coöp. Condensfabriek waren, naast de eerderbedoelde percelen, nog een zevental bebouwde percelen gelegen, welke door de gemeente aan particulieren in erfpacht waren afgestaan. De opstal van één dezer percelen is in de oorlogsjaren door bominslag verwoestmet het gevolg, dat de gemeente als grondeigenares met de erfpachtstsr een overeenkomst heeft gesloten inzake de opheffing van het erfpachtsrecht op deze grond. De Coöp, Condensfabriek heeft in de loop der jaren de opstallen van de zes resterende percelen aangekocht en het erfpachtsrecht op do grond op haar naam gekregen. Zoals U bekend zal zijn,ligt het in het voornemen de Julianastraat in de toe komst deel te doen uitmaken van de rondweg om de stad en wel van het gedeelte tussen de Groningerstraatweg en de Overijsselsestraatweg. Als onderdeel van deze rondweg zal de Julianastraat dan ook t.z.t. een verbreding moeten ondergaan. De rooilijn voor de bebouwing van de oostzijde van deze straat is in verband met het vorenstaande be paald op een afstand van 19.00 m uit de gevel van de bestaande fabrieken. De Coöp. Condensfabriek heeft thans verzocht de nog niet haar eigendom zijnde gronden, gelegen achter deze rooilijn, van de gemeente te mogen kopen voor uitbrei ding van het fabriekscomplex. Dit betreft een oppervlakte van in totaal plm. 850 m2, op de bij de stuwken overgelegde tekening roodgekleurd aangeduid. De gemeente zal daartegenover van de Coöp. Condensfabriek in eigendom moeten verkrijgen de voor de rooilijn gelegen perceelsgedeelten, op de bedoelde tekening blauwgekleurd aangegeven, ter oppervlakte van plm. 60 in2, terwijl de erfpacht van de vóór de rooilijn gelegen gronden (op de tekening groengearceerd aangegeven) in verband met de toekomstige straataanleg dient te worden opgeheven. Vlij hebben ons bereid verklaard te bevorderen, dat tussen de Coöp. Condensfabriek en de gemeente een overeenkomst van grondruil tot stand komt op de volgende financiële basis en dat het erfpachtsrecht op een gedeelte der gronden wordt opgeheven. De te ruilen gronden worden overgedragen tegeneen naar onze mening billijke en voor de gemeente aanvaardbare grondprijs van 11,per m2. Verder zal in verband met de opheffing van het erfpachtsrecht voor de gedeelten, gelegen vóór de rooilijn, een regeling moeten worden getroffen omtrent de verdeling van de kosten van de destijds op de betreffende percelen aanwezige opstallen. De geschatte waarde van het gebouwde op alle percelen is gesteld op in totaal 57.000,--. Bij de bepaling van het voor rekening van partijen komende aandeel in de kosten van deze opstallen dient naar onze mening de oppervlakte van de grond, waarop de opstallen zijn gesticht, in aan merking te worden genomen. Deze oppervlakte bedraagt pirn. 1073 ®2waarvan 481 rn2 vóór de rooilijn en 592 m2 achter de rooilijn is gelegen. De gevonden verhouding 481 592 behoeft naar onze mening evenwel enige correctie, in verband met het feit, dat de voor straataanleg benodigde grond, zoals algemeen gebruikelijk,niet naar bouwterreinwaarde behoeft te worden vergoed, ij achten het juister deze verhouding te stellen op 1 2, hetgeen impliceert, dat de gemeente als aandeel in de waarde van de opstallen aan de Coöp. Condensfabriek vergoedt 1/3 x 57-000,-- 19.000, Tenslotte blijft nog te bepalen het aan de gemeente toekomend aandeel in de waarde van de afkomende bouwmaterialen van de af te breken woningen. Deze waarde is voor de zeven afgebroken woningen, welke een inhoud hadden van in totaal plm. 3797 m3» "geschat"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 357