1
6.840,—
- 10 -
Voorts is bij raadsbesluit van 15 augustus 1956 medewerking verleend voor
de bouw van een school voor gewoon lager onderwijs op een terrein, gele
gen in het uitbreidingsplan Greunsweg, welke school zal worden gesticht
door de Vereniging voor Christelijk schoolonderwijs.
Het is niet uitgesloten, dat nog dit jaar of in de loop van 1957 met de
bouw van deze scholen kan worden begonnen.
Ten behoeve van het bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijs is bij
raadsbesluit van 23 juni 1954 aan de Vereniging voor Christelijk School
onderwijs medewerking toegezegd voor de bouw van een school in het oosten
van de stad. Ook met de bouw van deze school zal vermoedelijk in de naas
te toekomst een aanvang kunnen worden gemaakt»
Voor het bijzonder uitgebreid lager onderwijs zijn plannen in voorberei
ding voor de bouw van een gymnastieklokaal aan de Karei Doormanstraat en
voor de bouw van een prot.chr.u.l.o.-school in Leeuwarden-Zuid. Voor
deze bouwplannen is bij raadsbesluit van respectievelijk 11 mei 1955, nr.
6157en van 18 januari 1956, nr. 724, de gevraagde medewerking verleend.
Er zijn tekenen, die er op wijzen, dat met de bouw van het gymnastieklo
kaal eerstdaags zal kunnen worden begonnen. Ten aanzien van het
tijdstip van uitvoering van de bou?; van vorengenoemde u.1.o-school staan
ons geen gegevens ten dienste.
Bij Uw besluit van 21 maart 1956, nr. 4176, is medewerking toegezegd voor
uitbreiding van de buitenschool van de Vereniging Leeuwarder Parkherstel
lingsoord (school voor zieMLijke kinderen).
Voorts zijn t.b.v. het bijzonder buitengewoon lager onderwijs plannen in
voorbereiding voor de bouw van een protchrschool voor debielen in het
oosten van de stad.
Een spoedige uitvoering van deze plannen ligt, gegeven het geringe bouw
volume, dat voor de bouw van scholen beschikbaar wordt gesteld, niet in
de lijn der verwachtingen.
Kleuteronderwi j s
De vooruitzichten voor de bouw van kleuterscholen zijn niet rooskleurig.
Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt hiervoor bouvrvolume beschikbaar
gesteld, b'ij vrezen dan ook, dat in 1957 alleen het plan tot de bouw van
een 4-lokalige kleuterschool aan de Larixstraat gerealiseerd zal kunnen
worden. De voor de bouw van deze school benodigde kredieten zijn reeds
op de begroting voor 1956 uitgetrokken.
Het zal U duidelijk zijn, dat tengevolge van het geringe bouwvolume, dat
voor de bouw van kleuterscholen beschikbaar wordt gesteld, de huisvesting
van deze tak van onderwijs ons grote zorgen baart. Teneinde in deze situ
atie enige verbetering te scheppen, zijn plannen in voorbereiding om
houten noodscholen t.b.v. het kleuteronderwijs to stichten. Zodra deze
plannen vaste vorm hebben aangenomen, zullen wij U hieromtrent nadere
voorstellen doen.
Hetgeen wij met betrekking tot de vooruitzichten voor de bouw van open
bare kleuterscholen hebben opgemerkt geldt uiteraard ook voor de bouw
van bijzondere kleuterscholen. Het treffen van voorzieningen, in de vorm
van de bouw van houten noodscholen, zal ook hier de precaire toestand
kunnen helpen verlichten.
Zoals wij U reeds mededeelden in de aanbiedingsbrief bij de ontwerp-ge-
meentebegroting voor 1956, is de kleuteronderwijswet op 1 januari 1956
in werking getreden. Voor een uiteenzetting over de wijze, waarop krach
tens genoemde wet uitkeringen voor het openbaar en bijzonder kleuteron
derwijs worden verleend, mogen wij U verwijzen naar genoemde aanbiedings
brief.
Destijds was nog niets bekend omtrent de hoogte van de normvergoedingen,
die het rijk voor het kleuteronderwijs beschikbaar stelt. Met de invoe
ring van deze wet is derhalve bij het opstellen van de kostenramingen
van het openbaar en bijzonder kleuteronderwijs in de begroting voor 1956
geen rekening gehouden.
Inmiddels is ruim een half jaar verstreken, gedurende welke periode de
normvergoedingen voor de kosten van het onderhoud, verlichten, verwarmen
en schoonhouden van de schoolgebouwen en die voor het onderhoud van meu
bilair en leermiddelen enz. en voor het vervangen van versleten leermid
delen zijn vastgesteld. Hog niet bekend is, welke normvergoeding van het
rijk zal worden ontvangen voor het bestrijden van de kapitaalslasten,
welke voortvloeien uit de bouw en inrichting van schoolgebouwen en de
aanschaffing van leermiddelen. Hoewel derhalve ook thans nog niet alle
benodigde gegevens ter berekening van de rijksbijdrage in de kosten van
het kleuteronderwijs ter beschikking staan, hebben wij gemeend in de be
groting voor 1957 hiervan een voorlopige becijfering te kunnen opnemen.
Daarbij hebben wij aangenomen, dat de kapitaalslasten van het kleuter
onderwijs, die de gemeente op grond van de bestaande situatie moet op
brengen, volledig door het rijk zullen v/orden vergoed.
Met betrekking tot de uitgaven, welke de gemeente heeft te doen voor de
opleiding van de leidsters bij het openbaar kleuteronderwijs, zijn wij
uitgegaan van de veronderstelling, dat de bestaande gemeentelijke cursus
door het rijk zal worden erkend, hetgeen inhoudt, dat de kosten van deze
cursus geheel voor rekening van het rijk zullen komen.
Teneinde U enig inzicht te verschaffen in de hoogte van het bedrag, dat
het kleuteronderwijs de gemeente zal kosten, volgt hieronder een verge
lijkend overzicht van de in de begrotingen voor 1956 en 1957 voor het
kleuteronderwijs geraamde bedragen.
netto kosten openbaar kleuteronderwijs
netto kosten bijzonder kleuteronderwijs
netto kosten openbare cursus voor
kleuterleidsters
Bijdrage voor bijzondere cursus voor
kleuterleidsters
17I.56O,-
112.740,—
6.95O,-
4.560,—
1957
28.515,-
32.825,-
295.810,-- 63.180,—
Korting op de algemene uitkering uit het
gemeentefonds 82,000 x 140 x 2,37 272.080,—
295-810,-- 340.260,—
Uit deze cijfers blijkt, dat van de kosten van het kleuteronderwijs rond
45.000,-- niet voor rijksvergoeding in aanmerking komt. De reden hier
van is, dat de vergoedingen, die van rijkswege aan de gemeente voor het
kleuteronderwijs - zowel openbaar als bijzonder - worden verstrekt, la
ger zijn dan de kosten, die moeten worden gemaakt om het tot dusver be
staande voorzieningspeil der openbare scholen te handhaven.
Op grond van de wet is de gemeente verplicht voor het bijzonder kleuter
onderwijs een met de kosten van het openbaar kleuteronderwijs overeenko
mende vergoeding uit te keren, terwijl het rijk de ter zake vastgestelde
normvergoedingen aan de gemeente uitkeert.
Socia-le zorg
Het tekort op de begroting van Maatschappelijk Hulpbetoon, waarin begre
pen het tekort op de exploitatie van het stadsverzorgingshuisis in de
concept-begroting voor 1957 geraamd op 1,170.690,-- of rond 12.000,—
minder dan voor 1956.
In de begroting voor 1957 is nog geen rekening gehouden met de per 1 au
gustus j.l. verhoogde uitkeringsbedragen, waaruit voor 1956 een hogere
uitgaaf resulteert van 46.000,
Het is uiteraard zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, nu reeds de invloeden