1951, no. 175;
grootste deel van de voortuinen, hun woningen belangrijk in waarde
zullen dalen.
Ten aanzien van deze bezwaren merken wij in de eerste plaats op,
dat de voorgenomen onteigening geheel valt binnen de bevoegdheden
tot onteigening omschreven in artikel 77, lid 1, onder 4°, van de
Onteigeningswet, zoals dit punt, gezien de onderlinge samenhang van
de bepalingen betreffende de onteigening in het belang der volks
huisvesting, de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepa
lingen en de jurisprudentie, moet worden opgevat. Bij de toekomstige
verbreding van de Heliconweg zijn grote belangen, de volkshuisves
ting rakende, betrokken, omdat deze weg een deel zal uitmaken van
de toekomstige ringweg rond de stad. "Voor de toekomstige ontwikke
ling van de stad is deze ringweg, mede met het oog op de bewoonbaar
heid van de stad en de zorg voor een goede regeling van het steeds
in intensiteit toenemende verkeer, voor Leeuwarden van primair belang.
Wat de bezwaren omtrent het toekomstige profiel van de ringweg
betreft, zijn wij van mening, dat deze bezwaren zich niet richten
tegen de voorgenomen onteigening, maar tegen de in het uitbreidings
plan opgenomen bestemming van de gronden en mitsdien hier niet ter
zake dienende zijn. Y/anneer adressanten bezwaren hebben tegen de in
het uitbreidingsplan opgenomen bestemmingen en geprojecteerde wegen,
hadden zij deze onzes inziens moeten indienen tijdens de ter visie-
ligging van het uitbreidingsplan. Nu dit niet is geschied, staan de
gegeven bestemmingen vast en zullen deze aanvaard moeten worden.
Ten aanzien van de bezwaren van adressanten, dat zij tengevolge
van de verwezenlijking van de in het uitbreidingsplan opgenomen be
stemming van hun voortuinen schade zullen lijden, merken wij op,
dat deze schade, indien niet alsnog in minnelijk overleg overeen
stemming over de aankoop zal worden bereikt, te zijner tijd bij de
onteigening naar objectieve maatstaven door buiten partijen staande
deskundige derden zal worden beoordeeld en door de rechter zal wor
den vastgesteld, waarbij adressanten gelegenheid krijgen hun be
langen te verdedigen.
Samenvattend zijn wij dan ook van oordeel, dat de aangevoerde
bezwaren niet steekhoudend zijn en geen aanleiding geven de voorge
nomen onteigening van deze percelen achterwege te laten.
Op grond van het vorenstaande geven wij U mitsdien in overweging
te besluiten tot onteigening van de gronden, zoals deze in bijgaande
ontwerp-besluiten nader zijn omschreven.
Burgemeester en Yethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 1 Februari 1956.
No. 1800.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het bezwaarschrift van J. Koopmans, alhier, en zes anderen,
alsmede het terzake uitgebrachte advies van de Hoofdingenieur-Directeur
van de Wederopbouw en de Volkshuisvesting in de provincie Friesland te
Leeuwarden, van 11 Januari 1956, no. 955
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 Februari
1956 (bijlage no. 18);
BESLUIT
I. tot onteigening in het belang van de volkshuisvesting ten name van
de gemeente Leeuwarden van de in bijgevoegde staat vermelde perce
len en perceelsgedeelten, ten einde uitvoering te geven aan de uit
breidingsplannen voor deze gemeente met betrekking tot gronden, ge
legen ten zuiden van de Harlingerstraatweg, ten noorden van de Har-
lingertrekvaart en ten oosten van de spoorlijn Leeuwarden - Stiens,
welke uitbreidingsplannen zijn vastgesteld bij raadsbesluiten van:
a. 28 April 1957, no. 150R/94, goedgekeurd door gedeputeerde staten
van Friesland bij besluit van 15 Juli 1957» no. 155» gewijzigd
bij raadsbesluit van 51 Januari 1951» no* 11761, goedgekeurd
door gedeputeerde staten, voornoemd, bij besluit van 15 October
b. 10 Januari 1940, no. 9R/l» goedgekeurd door gedeputeerde staten
van Friesland bij besluit van 4 December 1940, no. 51»
c. 17 December 1952, no. 14599» goedgekeurd door gedeputeerde staten
van Friesland bij besluit van 15 April 1955» no» 171»
d. 20 April 1955, no. 5289-
II. a. ter uitvoering van de sub I genoemde raadsbesluiten zullen geen
dagvaardingen, als bedoeld in artikel 18 der Onteigeningswet
worden uitgebracht, alvorens onherroepelijk is beslist omtrent
goedkeuring van het bij raadsbesluit van 20 April 1955» no. 5289,
vastgestelde uitbreidingsplan;
b. het onteigeningsplanvoor zover dit betrekking heeft op gronden,
welke in dit uitbreidingsplan zijn gelegen, zal als vervallen
worden beschouwd, dat aan dit uitbreidingsplan goedkeuring wordt
onthouden
Aldus vastgesteld in de openbare verga
dering van
Voorzitter.
Secretaris.