Benoemen van docenten aan de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes.
Bijlage no. 254° Leeuwarden, 11 oktober 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Onder overlegging van de adviezen van de inspecteur van het gymnasiaal en mid
delbaar onderwijs en de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs,stellen
wij U voor, gerekend met ingang van 1 september 1956, tijdelijk' en tot wederopzeg
ging, uiterlijk tot het einde van de cursus 1956-1957? "te benoemen aan de Middel
bare School en H.B.S. voor Meisjes:
a. tot leraar in de geschiedenis, staatsinrichting en staathuis
houdkunde H.C. van Dijk, sinds 1 september 1955 tijdelijk als zodanig werkzaam;
b. tot leraar in de wiskunde Th.R.M. de Jong, sinds 19 april 1955 tijdelijk als
zodanig werkzaam;
c. tot leraar in de scheikunde van der Veer, sinds 1 september 1955 tijdelijk
als zodanig werkzaam.
Wij merken hierbij op, dat de bovengenoemde docenten niet in het bezit zijn
van de wettelijk vereiste bevoegdheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de
door hen te onderwijzen leervakken. Ingevolge artikel 27, 2e lid,van de middelbaar
onderwijswet mag hun benoeming slechts plaats hebben na verkregen machtiging van
de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Deze machtiging is verleend
bij schrijven van 3 oktober 1956, afdeling V.H.M.O., no. 42211 II.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 13 oktober 1956.