Verpachten gardeniersland
Bijlage no. 267. Leeuwarden, 25 oktober 1956.
Aan de Gemeenteraad.
In verband met het feit, dat op 31 oktober, resp. 31 december 1956,
de pacht van een tweetal percelen gardeniersland eindigt, hebben de be
trokken pachters ons verzocht te willen bevorderen, dat deze percelen, in
het bijbehorende ontwerp-raadsbesluit nader omschreven na genoemde data
opnieuw aan hen in pacht worden afgestaan.
Onzerzijds bestaat tegen verpachting van deze percelen geen bezwaar.
In verband met de ligging ten opzichte van de bestaande bebouwing kunnen
de onderhavige percelen echter niet voor een normale termijn van 6 jaren
worden verpacht, doch moet een kortere pachttermijn worden aangehouden.
Deze termijn moet met het oog op toekomstige plannen worden beperkt tot
één jaar.
Omtrent de pachtprijzen voor de komende pachttermijn is in beide ge
vallen door de deskundige der gemeente-landerijen met de pachters overeen
stemming bereikt. Wij kunnen ons met deze pachtprijzen verenigen.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
De adviezen van de deskundige der gemeente-landerijen, alsmede de bij
het vorenvermelde ontwerp-raadsbesluit behorende overeenkomsten, zijn bij
de stukken ter inzage gelegd.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 31 oktober 1956.