No. 16293.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober
1956 (bijlage no. 272);
BESLUIT:
de gemeente staat tot 31 december 2030 in erfpacht af aan L. Dijkstra,
Kwartelstraat 6, alhier, en H. UolthuizenMarnixstraat 32, alhier, een
perceel bouwterrein, gelegen aan de zuidoostzijde van de Aert van der
Neerstraat, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente
Huizum, sectie A, no. 2469, welk perceel op de bij dit besluit behorende
tekening roodomlijnd is aangegeven, ter grootte van plm. 441 m2zulks
onder de volgende voorwaarden:
1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van
f 5*556,60 en een rentevoet van 4ePer jaar;
2. het door belanghebbende ten kantore van het grondbedrijf gestorte be
drag van 2785--, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, ver
valt aan de gemeente, indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, ten
zij burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoor
deling, niettemin tot gehele of gedeeltelijke teruggave van de waarborg
som besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvrage de
waarborgsom teruggegeven;
3. voor het eerst in het jaar 1995) en vervolgens steeds om de 25 jaren,
wordt de waarde van de grond op dat tijdstip opnieuw door de gemeente
raad vastgesteld; de opnieuw vastgestelde waarde strekt daarop tot de
volgende herziening tot grondslag van de canon;
4. zolang het erfpachtsrecht niet met toestemming van burgemeester en wet
houders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben
5. de akte van erfpacht moet notarieel worden verleden binnen een door
burgemeester en wethouders te stellen termijn;
6. voor het overige zijn op deze afstand in erfpacht van toepassing - voor
zover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd - de bepalingen
betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tussen
Oostersingel en Cambuursterpad en toebehorende aan de gemeente Leeuwar
den.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Omslag molestverzekering.
Bijlage no. 273* Leeuv/arden, 31 oktober 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Op 27 mei 1941 is de "Molest-Risico voor gemeenten en andere publiek
rechtelijke lichamen" opgericht. Aanvankelijk stond het gemeentebestuur
van Leeuwarden op het standpunt niet tot deze ï/ederkerige waarborgmaat
schappij te moeten toetreden, aangezien het risico voor Leeuwarden niet
groot werd geacht en het uit dien hoofde voordeliger zou zijn geen verze
kering te sluiten.
Bij de aanvang van het jaar 1944 heeft de toenmalige burgemeester van
Leeuwarden, na een afwijzend advies van de chef van de afdeling financiën,
besloten de gemeente tot de regeling en tevens tot de aanvullende regeling
te laten toetreden, waartoe de Commissaris der provincie Friesland machti
ging verleende. Per 19 februari 1944 is he gemeente in het ledenregister
der maatschappij ingeschreven, waarmede zij mede aansprakelijk werd voor
de na 1 januari 1944 als gevolg van oorlogshandelingen in de aangesloten
gemeenten aangerichte schade. In de verzekering v/aren alle tegen brand
verzekerde objecten opgenomen tot een totaal bedrag van 23.627*950)--)
terwijl de bijzondere scholen voor lager onderwijs in de verzekering waren
opgenomen tot een bedrag van 2.765*000,--.
Met ingang van 1 januari 1946 is de gemeente uit deze verzekerings
maatschappij getreden.
De voorschotpremie, zegelkosten etc. hebben over het tijdvak der
verzekering in totaal 14.283,49 bedragen. Ingevolge de verzekerings-
voorwaarden kan, afhankelijk van de totale erkende aangegeven schade, bo
ven deze voorschotpremie een omslag van de aangesloten gemeenten worden
geheven tot een maximum van 100 x de hoogste jaarpremie. Dit maximum be
draagt voor Leeuwarden 100 x 5*993,12 599*312,--.
De afwikkeling van de schaden moest wachten op de vaststelling van
de rijksbijdragen in de oorlogsschade, welke aanvankelijk slechts langzaam
vorderde. Hoewel ook nu nog lang' niet alle bijdragen zijn vastgesteld,
kan, zo deelt de maatschappij mede, toch reeds met het verlenen van de
schadevergoedingen worden begonnen. De reeds vastgestelde bijdragen geven
voldoende inzicht in de materie om op grond hiervan een voorlopige omslag
op te leggen. Na een door de maatschappij, onder alle voorbehoud, opge
stelde berekening, welke bij de stukken is overgelegd, is zij tot de slot
som gekomen, dat voorlopig van de deelnemers in de aanvullende regeling,
waartoe Leeuv/arden behoort, een omslag moet worden geheven van 35i° van de
maximum-omslag. Dit voorschot bedraagt voor Leeuwarden 209*759,--*
Het is geenszins uitgesloten, dat nogmaals een omslag van de deelnemende
gemeenten zal worden geheven.
Op een enigszins beduidende ontvangst wegens schadevergoeding kan
niet worden gerekend. Er is slechts één schadegeval aangegeven, n.l. de
schade veroorzaakt door de beschieting van de gasfabriek. Voor deze schade
is een vergoeding vastgesteld van 95,45, zodat tenslotte verschuldigd
blijft 209*663,55*
In rechte zal de gemeente gehouden zijn de thans geclaimde omslag
premie te voldoen. Met betrekking tot het in de verzekering begrepen aan
deel van de bijzondere scholen wordt opgemerkt, dat de oorlogsschade aan
bijzondere scholen, overeenkomstig de regeling van art. 72 der lager on
derwijswet aan de besturen van deze scholen uit de gemeentekas moet wor
den vergoed, zodat de verzekering, die de gemeente ter dekking van dit ri
sico heeft gesloten, geacht moet worden een zogenaamde belangenverzekering
te zijn, waarvan de premie door de verzekerde, i.e. dus de gemeente, zal
moeten v/orden gedragen.
Onder overlegging van de desbetreffende stukken en onder mededeling,
dat de financiële commissie zich hiermede kan verenigen, stellen wij U
voor op de begroting 1956 een post uit te trekken van 209.665,-- voor de
"betaling"