f 2.365,
niets geraamd.
Afgezien van de hierboven vermelde plannen voor het reorganiseren van
de brandweer, bestaat in deze gemeente behoefte aan een kleine brandweer
auto, waarin alle minder zware en gemakkelijk te hanteren blusmiddelen
kunnen worden vervoerd en die is uitgerust met een mistblusinstallatie
Met een dergelijke installatie kunnen kleine branden doeltreffend worden
bestreden, zodat in vele gevallen het uitrukken van zwaarder materieel
achterwege kan blijven. Met de aanschaffing van een als eerste uitrukvoer-
tuig bedoelde kleine mistblusbrandweerauto met toebehoren, is een bedrag
van naar raming 35*000,-- gemoeid. Naar een afschrijvingstermijn van 20
jaren en een rente van 3~k bedragen de gemiddelde kapitaalslasten voor
deze investering 7-036 van 35.000,-- of rond 2.465,--. Voor 1956 wor
den de kapitaalslasten als volgt geraamd;
afschrijving 5 °/o van 35.000,-- 1 .750,
rente 3-g- y0 van 615,
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan vereni
gen, stellen wij U voor op de gemeentebegroting voor 1956 ten behoeve van
het reorganiseren van de brandweer een krediet van 45-000,-- en voor de
aanschaffing van een kleine mistblusbrandweerauto een krediet van
35-000,-- beschikbaar te stellen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 3 november 1956.
Bouw openbare schuilkelder op het Hofplein t.b.v. de bescherming bevolking.
Bijlage no. 275. Leeuwarden, 1 november 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Zoals wij reeds in ons voorstel van 25 mei 1955 (bijlage no. 122) be
treffende de bouw van een commandopost ten behoeve van de bescherming be
volking hebben uiteengezet, moet in elke gemeente een beschermingsplan
worden opgesteld. Dit plan, hetwelk door de Minister van Binnenlandse Za
ken moet worden goedgekeurd, is de basis voor de in iedere gemeente te
treffen maatregelen en voor de op te bouwen organisatie ten behoeve van de
bescherming van de bevolking tegen de gevolgen van luchtaanvallen.
Tot de te treffen maatregelen behoort ook het zorgen voor openbare
schuilgelegenheden op drukke verkeerspunten. Hiervoor dienen in de eerste
plaats de aanwezige plaatselijke mogelijkheden te worden ingeschakeld, zo
als kelderruimten en souterrains in voor het publiek op drukke verkeerspun
ten gemakkelijk te bereiken gebouwen, uit de afgelopen oorlog nog achter
gebleven schuilkelders, bunkers of andere voormalige verdedigingswerken,
viaducten en opritten van bruggen en tunnels. Het is evenwel gebleken, dat
vooral in de gevaaraantrekkende gebieden veelal niet voldoende plaatselijke
mogelijkheden aanwezig zijn om in de behoefte aan openbare schuilgelegen
heden te voorzien, zodat aldaar tot de bouw van dergelijke schuilplaatsen
zal moeten worden overgegaan. De regering heeft in dit verband besloten om,
verdeeld over de gevaaraantrekkende gebieden, een aantal schuilplaatsen te
laten bouwen, waarvan de kosten grotendeels voor rekening van het rijk zul
len worden genomen. Voor rekening van de gemeenten, die de eigendom van de
schuilkelders krijgen, komen:
a. alle voorbereidingskosten;
b. de kosten van het verkrijgen van de benodigde gronden;
c. het toezicht op de uitvoering tijdens de bouw en de daarmede verband
houdende administratie;
d. het doortrekken van het openbaar lichtnet tot aan de hoofdschakelaar in
de kelder;
e. het onderhoud.
Naar aanleiding van dit besluit van de regering heeft de Minister van
Binnenlandse Zaken medegedeeld, dat in Leeuwarden 9 schuilplaatsen voor
rijksrekening mogen worden gebouwd, te weten 4 met een capaciteit van 50
personen en 5 met een capaciteit van 100 personen. De plaatsbepaling maakt
een onderdeel uit van het beschermingsplan en behoeft de goedkeuring van de
Minister van Binnenlandse Zaken.
Het ligt dan ook in onze bedoeling in de komende jaren de plannen voor
de bouw van de schuilplaatsen geleidelijk aan uit te werken en successieve
lijk bij U in te dienen. Daarbij zal er steeds zoveel mogelijk naar worden
gestreefd de schuilkelders voorshands een vredesbestemming te geven.
De eerste schuilgelegenheid, waarvan het plan is gereedgekomen, is een
kelder voor 50 personen op het Hofplein ten oosten van het standbeeld. Het
plan, dat bij de stukken voor U ter inzage ligt, is nagenoeg gelijk aan het
van regeringswege vastgestelde model. In verband met de beschikbare ruimte
zal de kelder geheel ondergronds worden gebouwd. De ingang zal worden af
gesloten door middel van een Elkington-afdekking, zodat aan de normale be
stemming van het plein geen ruimte behoeft te worden onttrokken. Op het
plan en de kostenraming is inmiddels de vereiste goedkeuring verkregen,
zodat thans tot aanbesteding kan worden overgegaan.
De bouwkosten worden geraamd op 19.135»--» terwijl de rijksbijdrage
voorlopig is vastgesteld op 15-100,--. De ten laste van de gemeente ko
mende kosten bedragen mitsdien 4-035»
Naar een afschrijvingstermijn van 10 jaar en een rente van jo kunnen de
uit deze investering voortvloeiende kapitaalslasten worden gesteld op
"gemiddeld"