Sluiten van kasgeldleningen gedurende 1957 Bijlage no. 288. Leeuwarden, 20 november 1956. Aan de Gemeenteraad. Ten einde gedurende het dienstjaar 1957 in de behoefte aan vlottende middelen te kunnen voorzien, is het noodzakelijk, dat opnieuw het ge bruikelijke raadsbesluit, houdende machtiging aan ons college tot het aangaan van tijdelijke geldleningen, wordt genomen. Om te voorkomen, dat de niet geconsolideerde schuld van een gemeente een te grote omvang aanneemt, hebben de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën, de colleges van Gedeputeerde Staten in over'reging ge geven er op toe te zien, dat de vlottende schuld van een gemeente in een dienstjaar niet duurzaam -d.i. niet anders dan zeer tijdelijk- stijgt boven een bedrag, overeenkomende met 25van de op de gemeentebegroting uitgetrokken kredieten (met uitzondering van de hoofdstukken kasvoor- zieningen on verrekeningen). Het bedrag der geraamde uitgaven op de gewone dienst van de gemeente begroting voor 1957 bedraagt, onder aftrek van de uitgaven op de hoofd stukken kasvoorzieningen en verrekeningen, 15938255-- Het z.g. algemeen kasgeldleningsbesluit zal derhalve ten hoogste een bedrag van 25% van 15.930.255»-- of rond 3.985.000,-- mogen om vatten. Onder overlegging van het advies van de Financiële Commissie stellen wij U voor over te gaan tot vaststelling van het hierna in ontwerp afge drukte besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M.van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 21 november 1956.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 469