Verordening tot huffing van schoolgeld aan de gemeentelijke kleuterscholen.
Bijlage no. 290. Leeuwarden, 20 november 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Op 1 januari 1956 is de Kleuteronderwijswet in werking getreden.
Artikel 49? 1© lid, van deze wet bepaalt, dat voor het verstrekken van
openbaar kleuterondervijs van gemeentewege schoolgeld wordt geheven,
volgens een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen tarief. Dit
tarief is vastgesteld bij Koninklijk besluit van 12 juni 1956 (Staats
blad 1956, no. 324). Ook dit Koninklijk besluit - dat kan worden aange
haald als "Besluit schoolgeld kleuteronderwijs" - is per 1 januari 1956
in werking getreden.
Ter uitvoering van artikel 6, le en 2e lid, van het Besluit school
geld kleuteronderwijs, zijn bij Beschikking van de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen van 11 juli 1956, no. 34168 (lled.Stct.no. 135)?
normen vastgesteld voor de vrijstelling van het betalen van schoolgeld.
Dit betekent, dat de desbetreffende bepalingen der Verordening
tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeentelijke bewaar-
scholen(gemeenteblad 1946, 110. 9), van 1 januari 1956 af, onverbindend
zijn en een herziening van deze verordening daarom noodzakelijk is.
Wij hebben daartoe een nieuwe verordening ontworpen, waarvan het ont
werp hierbij is gevoegd.
Bij het opstellen van de nieuwe bepalingen hebben wij ons moeten
richten naar het Besluit schoolgeld kleuteronderwijs en genoemde ministe
riële beschikking. Hoewel voor de onderwerpen'welke in deze uitvoerings
voorschriften zijn geregeld, in de nieuwe verordening feitelijk geen
plaats is, komt het ons om praktische redenen wenselijk voor, dat het
tarief van het schoolgeld eh de vrijstellingsbepalingen hierin zijn ver
meld, zodat wij de betreffende bepalingen van bedoelde uitvoeringsvoor
schriften nagenoeg volledig in de ontwerp-verordening hebben overgenomen.
Voor het aanduiden van de schoolgeldplichtige is -ter bevordering
van de uniformiteit- aansluiting gezocht bij artikel 6 van de Schoolgeld-
wet en zijn ten aanzien van het schoolgeldjaarde aanslagregeling en de
invordering van het schoolgeld de bepalingen van de nieuwe verordening
zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met die, welke in de andere
heffingsverordeningen van de gemeente voorkomen.
Van 1 januari 1956 bedraagt het minimum schoolgeld per kind en per
schoolgeldjaar 1,20 en varieert het schoolgeld voorts -afhankelijk van
de schoolgeldmaatstaf van de schoolgeldplichtige- van 3 s~~ "tot en met
110,-- per kind en per schoolgeldjaarVolgens de nieuwe verordening
geldt een uniform tarief -overgenomen uit het Besluit schoolgeld kleuter
onderwijs- van 12,per kind en per schoolgeldjaarongeacht het in
komen van de schoolgeldplichtige.
Nieuw is ook de bepaling uit het schoolgeldbesluitvolgens welke
het schoolgeld voor het tweede en het volgende kind -op verzoek van de
ouders, voogden of verzorgers- met de helft wordt verminderd, indien
meer dan één kind uit hetzelfde gezin een openbare of van rijkswege
gesubsidieerde bijzondere kleuterschool bezoekt.
Vrijstelling van schoolgeld wordt desverlangd verleend aan ouders,
voogden of verzorgers, wier totale wekelijkse inkomsten liggen beneden
het bedrag, dat -gelet op de klasse van de gemeente, waarin zij woon
achtig zijn, on op de omvang van hun gezin- krachtens onderstaande staat
op hen van toepassing is.
II -1 II