.-jT van bijkomstige betekenis is. In 42 inrichtingen wordt de vergunning oi het verlof A slechts in één lokaliteit uitgeoefend. Hier komt nog bij, dat een groot gedeelte van die inrichtingen zelfs niet voldoet aan de minimum eisen, welke het Drankwetbesluit 1932 aan de lokaliteit stelt, daar zij dateren van vóór 1932 dan wel krachtens dat besluit van bepaalde eisen ontheffing is verleend. Uit het vorenstaande volgt, dat de te Leeuwarden bestaande toestand in het algemeen bij voormelde groei is achtergebleven. Volgens de huidige opvatting behoort een drankwetinrichting wat ruimte, licht, luchtverver sing en verdere inrichting betreft, zo te zijn, dat zij geschikt is voor een verblijf anders dan voor een drankgebruik van meer dan bijkomstige be tekenis Het valt dan ook niet te verwonderen, dat andere gemeenten onze ge meente zijn voorgegaan 1_. in het gebruiken van de hierboven in eerste alinea sub b vermelde mogelijkheid tot het bij plaatselijke verordening voorschrijven van nadere kwaliteitseisen en _2. in het, eveneens krachtens de Drankwet mogelijke, bij verordening aamvijzen van één of meer wijken, buurten of straten, waarin burgemeester en wethouders vergunningen en ver loven A niet mogen verlenen dan onder bij die verordening vastgestelde voorwaarden Ons schijnt derhalve de tijd te zijn gekomen, dat ook Uw raad van voormelde bevoegdheden gebruik maakt. Wij hebben hiertoe een ontwerp verordening samengesteld, dat U hierbij wordt aangeboden. Thans mogen lokaliteiten worden verlangd, die in de eerste plaats ruimer en lichter zijn» dan tot dusver was voorgeschreven. In het ontwerp is daarom de eis gesteld van een vloer-oppervlakte van ten minste 50 m2 en een hoogte van tenminste 3?5 Indien er meerdere lokaliteiten zijn, moet één dier lokaliteiten aan deze eis voldoen en moeten de overige loka liteiten elk een oppervlakte hebben van tenminste 35 m2Voorts is een eis gesteld, op grond waarvan een lokaal dan als drankviretlokaliteit kan Yvorden ingerichtindien door het, door het Drankwetbesluit 1932 vereiste opper vlakte vensterglas in de ramen,ook voldoende daglicht valt, hetgeen niet het geval is, wanneer op een te korte afstand van die ramen te hoog opgaan de belemmeringen aanwezig zijn. Voor wat betreft de luchtverversing, is de eis gesteld, dat in de lokaliteit een of meer elektrische ventilatoren van zodanige capaciteit aanwezig moeten zijn, dat ook bij het gesloten zijn van ramen of bovenlichten voldoende geventileerd kan worden. De inrichting van de lokaliteiten behoort ook niet zo te zijn, dat het drankgebruik erdoor wordt gestimuleerd. Daarom is, in overeenstemming met de eisen, welke voor inrichtingen voor maatschappelijk verkeer gelden, in artikel 5 een bepaling tegen barkrukken opgenomen. De nieuwe eisen zullen gelden bij het verlenen van een vergunning of van een verlof A, hetgeen betekent, dat zij niet van toepassing kunnen zijn op de bestaande inrichtingenIndien echter in een bestaande inrich ting al dan niet door verbouw veranderingen plaats hebben dan '.vel een be staande vergunning of verlof A naar een ander gebouw wordt overgebracht, zullen de nieuwe eisen op de veranderde gedeelten of op het andere gebouw toegepast moeten worden. Op den duur zullen derhalve aanmerkelijk verbe terde inrichtingen worden verkregen. Voor wat betreft het stedelijk gedeelte der gemeente is het van groot belang, dat bovendien bij verordening voorwaarden worden gesteld, welke ons college bij het verlenen van een vergunning of een verlof A heeft in acht te nemen. In artikel 8 van het ontwerp worden de terzake no dige voorwaarden vermeld. Deze voorwaarden, welke hoofdzakelijk zijn ont leend aan het Drankwetbesluit 1932, eveneens voor zover daarin eisen zijn gesteld aan inrichtingen voor maatschappelijk verkeer, beogen het peil van de drankgelegenheden zodanig op te voeren, dat zij min of meer het karakter krijgen van café-restaurantsHog daargelaten, dat juist café's, Yirelke geen inrichtingen waren voor maatschappelijk verkeer, vaak aanlei ding hebben gegeven tot politieel optreden wegens allerlei delicten, mag van een verhoging van het algemene peil der drankwetinrichtingen worden "verbracht" verwacht, dat ook de zaken, waarop thans nog aanmerkingen valt te maken, op den duur een ander karakter zullen krijgen. Dit zal zeker van invloed zijn op het gehalte en het gedrag der bezoekers en dus ook op het misbruik van alcoholhoudende dranken. Voor zover nodig volgt hiervan een toelichting op de artikelen van het ontwerp. Artikel 8. Ter bestendiging van de bestaande toestand, dat tenminste één der lokaliteiten van de inrichting is gelegen op de begane grond aan de openbare straat, is het wenselijk terzake een bepaling op te nemen. Artikel 9» Verschillende andere gemeenten hebben op grond van artikel 10, eerste lid, 3o?lokaliteitseisen gesteld ten aanzien van slijtvergunningen waarbij tevens is bepaald, dat één der wanden van de lokaliteit over een zekere lengte moet grenzen aan een openbare straat. Hoewel lokaliteitseisen, als hier bedoeld, in het stedelijk gedeelte der gemeente voorshands niet nodig worden geacht, is het niettemin wel wense lijk om ter bestendiging van de bestaande toestand zekerheid te hebben, dat de slijterijen ook in den vervolge aan de openbare straat blijven ge vestigd. Artikel 10. Daar het bepaalde in artikel 8 niet van toepassing kan zijn op het territoir van de voor wat betreft de verloven A "drooggelegde" wijken, is het nodig gebruik te maken van de in artikel 10, tweede lid, der Drankwet (Staatsblad 1931, no. 476) toegekende bevoegdheid. Artikel 12. Zoals reeds gezegd, dienen de in de verordening omschreven eisen en voorwaarden mede in acht genomen te worden, indien het aantal lokaliteiten van reeds bestaande vergunningen en verloven A wordt vergroot of vermeerderd dan we1 een vergunning of een verlof A naar een ander ge- bouv/ v/ordt overgebracht. Het is denkbaar, dat bij v/ijzigingen in de inrichting, zonder dat er van overbrenging van de vergunning of het verlof A sprake is, niet aan de gestelde eisen en voorwaarden kan worden voldaan, terwijl er niettemin verbeteringen mogelijk zijn. Om deze verbeteringen niet tegen te gaan, is in dit artikel een ontheffingsmogelijkheid opgeno men Op grond van het bovenstaande mogen wij Uvy raad in overweging geven te besluiten conform bijgaand concept-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 491