tatwi f
No. 1980.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 Februari
1956 (bijlage no. 22)?
Gelet op artikel 285 der Gemeentewet?
S E S L U I T i
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot heffing van opcenten
op de hoofdsom der personele be
lasting.
Artikel 1
Ten behoeve van de gemeente worden 150 opcenten op de hoofdsom der
personele belasting geheven.
Artikel 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 Juni 1956.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Prae-advies verzoekschrift bebouwing zuidzijde César Franckstraat
Bijlage no. 23. Leeuwarden, 2 Februari 1955»
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 18 Januari 1956 stelde U om advies in onze handen
het schrijven van de heren S. Schaafsma en Joh. Venema inzake de bebouwing
van de zuidzijde van de César Franckstraat.
Naar aanleiding van dit schrijven kunnen wij U het volgende mededelen.
In het goedgekeurde uitbreidingsplan "West" is ten zuiden van de César
Franckstraat een blok étagewoningen geprojecteerd met drie woonlagen en een
onderverdieping, die gedeeltelijk boven het maaiveld moet zijn gelegen.
Van deze bestemming zijn ingevolge de bebouwingsvoorschriften verschillende
afwijkingen mogelijk. In de eerste plaats is de mogelijkheid opengelaten,
indien de bouwer dit wenst, de begane grondvloer in te richten tot winkel
of toonzaal. In de tweede plaats is op de onderverdieping van toepassing
artikel 8 van de bebouwingsvoorschriften, welk artikel bepaalt, dat wij
kunnen toestaan, dat de vloer van de onderverdieping nagenoeg gelijk komt
te liggen met het maaiveld en dat de onderverdieping wordt ingericht voor
rijwielstalling, autoboxen e.d.
Op 15 Augustus 1955 heeft de Firma Kats te Surhuizum, nadat zij de
gronden in erfpacht had gevraagd, voor het betreffende terrein een bouw
plan ingediend. Dit plan voorziet overeenkomstig het uitbreidingsplan in
de bouw van étagewoningen met drie woonlagen en een onderverdieping. De
vloer van de onderverdieping ligt in dit plan nagenoeg gelijk met het
maaiveld, terwijl daarin, naast bergruimte voor de bewoners van de étage-
woningen, een viertal autoboxen is gedacht. Op grond van artikel 8 van
de bebouwingsvoorschriften zijn wij voornemens ten aanzien van de vloer
en bestemming van de onderverdieping de toestemming, bedoeld in dit ar
tikels te verlenen. De redenen, die ons daarbij leiden, zijn de volgende.
De vloer van de onderverdieping komt slechts 1 m hoger te liggen, dan in
het bebouwings-profiel is aangegeven; tegenover het bouwblok zijn geen
woningen geprojecteerd, terwijl het geringe verschil in hoogte (slechts
1 m) niet van ingrijpende betekenis is voor de twee schuin tegenover het
blok staande eengezinswoningen.
Adressanten wenden zich thans tot Uw raad met het verzoek 8c door de fa. Kats
gevraagde toestemming niet te verlenen, dan wel het aantal woonlagen met één te
verminderen. Bij de argumenten, die zij ter verdediging van hun verzoek
aanvoeren, gaan zij uit van een andere bestemming van de grond, dan uit
het uitbreidingsplan blijkt. Het bouwplan, dat is ingediend, is in over
eenstemming met het ter plaatse geldende uitbreidingsplan, zodat de ge
vraagde bouwvergunning niet kan worden geweigerd. Bovendien gaan adres
santen uit van de onjuiste gedachte, dat de onderverdieping van het bouw
blok als een woonlaag moet worden aangemerkt. Zij houden daarbij geen re
kening met het feit, dat in het uitbreidingsplan en in de daarbij beho
rende bebouwingsvoorschriften een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tus
sen de begrippen "woonlaag" en "onderverdieping". Het feit, dat de vloer
van een onderverdieping nagenoeg gelijk met het maaiveld komt te liggen,
stempelt deze onderverdieping nog niet tot woonlaag. Volgens artikel 1
van de bebouwingsvoorschriften wordt onder onderverdieping verstaan?
"een zich onder de begane grondvloer van een meergezinshuis met étage
woningen bevindende ruimte, welke geheel of gedeeltelijk boven dan wel
onder het maaiveld is gelegen en welke voor diverse in deze voorschriften
nader te omschrijven doeleinden mag worden gebruikt".
Vermindering van het aantal woonlagen met één, hetgeen adressanten
vragen, is niet mogelijk, omdat dit in strijd zou zijn met het geldende
uitbreidingsplan. Zoals v/ij adressanten naar aanleiding van een bij ons
ingediend verzoek reeds eerder mededeelden, achten wij in het onderhavige
"geval"