Toekenning toeslag voor krotopruiming
Bijlage no. 321. Leeuwarden, 14 december 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend is, wordt ingevolge het Premie- en bijdragebesluit
Woningbouw en de Premie- en bijdrageregeling woningbouw 1955 aan particu
lieren voor de bouw van woningen van rijkswege een premie toegekend. Het
bedrag van de premie is afhankelijk van de grootte van de woning.
Ingevolge artikel 2a van de genoemde premieregeling kan, indien de
bouw van een eengezinswoning, waarvoor een premie is toegekend, gepaard
gaat met de afbraak van een krot, hetwelk voordien door dezelfde persoon
als eigenaar of als mede-eigenaar werd bewoond, boven de toegekende premie
een toeslag worden gegeven ten bedrage van 15 70 van deze premie, mits de
gemeente eveneens een bedrag, gelijk aan vorenbedoelde toeslag, beschik
baar stelt. Deze regeling is in 1954 ingevoerd en is bedoeld om de krot
opruiming in de particuliere sector te stimuleren:.
Thans doet zich in deze gemeente voor de eerste maal een dergelijk ge
val voor. De heer IJ. Borger, wonende te Goutum, heeft met toepassing van
de genoemde regelingen een woning gebouwd ter vervanging van een door hem
als eigenaar bewoond pand. Dit pand, dat inmiddels is afgebroken, kan we
gens de slechte toestand, waarin het verkeerde, als krot worden aangemerkt.
De heer Borger kan derhalve voor de bovenbedoelde toeslag in aanmerking ko
men en wij stellen IJ dan ook voor hiertoe te besluiten.
Bij beschikking van 21 september 1956, no. BP 1788, heeft de Minister
van Wederopbouw en Volkshuisvesting aan Borger een premie toegekend ten
bedrage van 3700,--. De van gemeentewege toe te kennen toeslag zal der
halve bedragen 15 fó van 3700,-- of 555,--»
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het bijgaande ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 15 december 1956.