:"o. rjI89.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 december
1956 (bijlage no. 321 )j
Gelet op de artikelen 2a en 3 van de Premie- en bijdrageregeling
woningbouw 1953?
BESLUIT;
aan IJ. Borger, wonende te Goutum no. 65, als toeslag op de hem toegekende
premie voor de bouw van de woning Goutum no. 65, beschikbaar te stellen
een bedrag, gelijk aan 15 fo van de toegekende premie, indien het Rijk boven
de toegekende premie een gelijk bedrag beschikbaar stelt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter,
Secretaris.
Kapitaalverstrekking aan de buurt- en speeltuinvereniging "Insulinde en
Omstreken"
Bijlage no. 322. Leeuwarden, 14 december 1956.
Aan de Gemeenteraad.
De Buurt- en Speeltuinvereniging "Insulinde en Omstreken"heeft zich
tot de gemeente gewend met het verzoek om financiële steun te willen ver
lenen voor het oprichten van een clubgebouw op haar speeltuin aan de Gas
peldoornstraat
De door de vereniging in eerste instantie ingediende plannen bleken te
groot van opzet te zijn en waarborgden geen sluitende exploitatie, in ver
band waarmede wij de vereniging in overweging hebben gegeven een eenvoudi
ger plan in te dienen.
Het thans ingediende plan voldoet aan redelijke eisen. Blijkens de
overgelegde kostenbegroting worden de stichtingskosten van het houten
clubgebouw geraamd op 22.000,--, waarbij nog 8.000,-- komt voor de
aanleg van de verlichtings- en verwarmingsinstallaties en voor de inrich
tingskosten, zodat de totale kosten 30.000, zullen bedragen.
Overeenkomstig de hiervoor van gemeentewege gestelde richtlijnen, zou
de gemeente een lening tot maximaal 20.000,-- kunnen garanderen.
De vereniging moet zelf over een kapitaal van 10.000,-- beschikken
(25^ van de eerste 20.000,-- en van de rest). Aangezien de vereni
ging bereids 12.000,-- bijeen heeft gebracht, waarvan 2.000,-- moet
worden besteed voor de inrichting van de nieuwe speeltuin, zijn de eigen
financieringsmiddelen derhalve voorhanden.
Aanvankelijk was het de bedoeling, dat de vereniging onder garantie
van de gemeente de ontbrekende financieringsmiddelen op de kapitaalmarkt
zou aantrekken, zoals ook voor andere speeltuinverenigingen normaliter het
geval is.
Gedurende de tijd, die is verlopen tussen de indiening van het eerste
plan en van het gewijzigde plan, is de rentevoet op de kapitaalmarkt zoda
nig gewijzigd, dat de speeltuinvereniging niet meer in staat is gelden aan
te trekken tegen een rentepercentage, dat niet hoger ligt, dan hetwelk
volgens het geldende rentegamma van door lagere publiekrechtelijke lichamen
aan te gane of te garanderen leningen geoorloofd is. De mogelijkheid om de
gevraagde financiële steun te verlenen door middel van het garanderen van
een lening is hierdoor momenteel uitgesloten.
Gegeven het feit, dat deze speeltuinvereniging zich al jaren zeer
veel moeite getroost om tot de bouw van een eigen clubhuis te komen, het
geen onder andere blijkt uit de tot nu toe bijeengebrachte gelden en uit
een verklaring van het bestuur, dat waarschijnlijk van eigen leden nog een
bedrag van 3*000,-- kan worden verkregen door uitgifte van obligaties in
kleine coupures, zijn wij van oordeel, dat de gemeente in dit uitzonderings
geval de vereniging de helpende hand moet reiken door het verstrekken van
het benodigde kapitaal tot het maximum van 20.000,--. Wij menen, dat
hierbij o.m. het beding moet worden gemaakt, dat, zodra de kapitaalmarkt
hiertoe de mogelijkheid opent, de vereniging een lening sluit ter buiten
gewone aflossing van de door de gemeente te verstrekken lening. De econo
mische levensduur van het te bouwen clubhuis kan worden gesteld op 25 jaar,
zodat de te verstrekken lening in 25 jaar zal moeten worden afgelost. De
gemiddelde looptijd van een 25.-jarige annu'iteitslening bedraagt ongeveer
15 jaar, waarvan de gemeente ten hoogste 4 l/8 fo rente zal mogen betalen.
Wij menen dit rentepercentage te moeten aanhouden voor de kapitaalverstrek
king aan de speeltuinvereniging.
Blijkens een bij de stukken overgelegde, in samenv^erking met het be
stuur van de speeltuinvereniging opgestelde exploitatiebegroting, mag 'wor
den aangenomen, dat rente en aflossing, verschuldigd voor de aan te trek
ken financieringsmiddelen, uit de inkomsten van de vereniging kunnen wor-
"den"