No. 1984-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van "burgemeester en wethouders van 2 Februari
1956 (bijlage no. 24)
BESLUIT;
I. de gemeente koopt en neemt in volle en vrije eigendom over van;
a. Ankje de Vries, weduwe van Jan Koopal, wonende te Leeuwarden, Gro
ningerstraatweg 201, en
b. Maria Elisabeth Koopal, wonende te Amsterdam, Gabriël Metsustraat 8,
het perceel, kadastraal bekend gemeente Huizum,sectie E, no. 4I5 groot
I.83.3O ha, voor een koopprijs, berekend naar 1,-- per m2, en voorts
onder de volgende voorwaarden;
1. de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwezig
is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en
daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden der akte van over
dracht
3. vanaf de dag van levering komen alle lasten van het over te dragen
perceel voor rekening van de gemeente Leeuwarden;
4. de gemeente Leeuwarden treedt met ingang van de onder 2 bedoelde
datum in alle rechten en verplichtingen van de verpachtsters van
het gekochte perceel; de lopende pachtsom zal vanaf die datum tus
sen partijen worden verrekend;
5. de verkoopsters zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
6. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wetboek;
7. alle op de overdracht vallende kosten komen voor rekening van de
gemeente Leeuwarden;
II. het onder I bedoelde perceel wordt ondergebracht in het grondbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Instandhouding kleuterschool te Wirdum.
Bijlage no. 25. Leeuwarden, 2 Februari 1956.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge de op 1 Januari j.l. in werking getreden Kleuteronderwijs
wet zal het voortaan nodig zijn, dat een openbare kleuterschool in de
gemeente Leeuwarden wordt bezocht door minimaal 60 werkelijk schoolgaande
kleuters, wil de gemeente ten aanzien van deze scholen voor Rijksvergoe
ding in aanmerking komen. Bij de mondelinge behandeling van het wetsont
werp in de Tweede Kamer heeft de Minister nog op een in dit verband gestel
de vraag, nopens de opheffing en instandhouding van op 1 Januari 1956 be
staande kleuterscholen, op grond van het aantal schoolgaande kleuters, ge
antwoord, dat hij artikel 11 der wet zó leest, dat na 1 Januari 1956 slechts
over een kleuterschool in de zin der wet kan worden gesproken, wanneer het
een kleuterschool is, die voldoet aan de eisen (i.e. het vereiste aantal
leerlingen), door deze wet gesteld. Dit betekent, dat artikel 11, voor
zover het betreft het vereiste aantal leerlingen, ook van toepassing is
op bestaande scholen.
Als peildatum voor de vaststelling van het aantal op deze scholen
gaande kleuters mag als overgangsmaatregelvoor het jaar 1956 worden
aangenomen 1 Februari 1956. Op laatstvermelde datum voldeden van de 9 open
bare kleuterscholen in de gemeente 8 aan bovenvermelde eis van minimaal
60 kleuters.
De negende school, de gemeentelijke kleuterschool no. 8 te Wirdum,
had slechts een aantal werkelijk schoolgaande kleuters van 31Aangezien
deze school ook niet toekomt aan het in de overgangsbepalingen (artikel
129) toegelaten aantal van 40 werkelijk schoolgaande kleuters, nodig voor
kleuterscholen, die op 1 Januari 1955 reeds werden in stand gehouden, zou
genoemde school naar analogie van het bepaalde bij artikel 11, 1e lid, der
wet, moeten worden opgeheven.
Evenwel kan op grond van artikel 11, 2e lid, de Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, de Onderwijsraad gehoerd, op ver zeek. van de gemeen
teraad in bijzondere gevallen telkens voor een jaar of tot vfederopzegging
bepalen, dat een school wordtin standgehouden, ook al is het aantal kleu
ters minder dan in het eerste lid is voorgeschreven, mits het aantal kleu
ters niet minder dan 20 bedraagt.
Tegen een afwijzende beschikking van de minister kan de gemeenteraad
in beroep komen bij de Kroon.
Nu het dorp Wirdum is gelegen in het landelijk gedeelte van de gemeen
te 8 km ten zuiden van de stedelijke bebouwing, verkeert naar onze me
ning deze school in verhouding tot de andere scholen zeker in bijzondere
omstandigheden. Ten gevolge van de veel geringere bevolkingsdichtheid zal
deze school niet tot een aantal werkelijk schoolgaande kleuters van 40
komen
Hierbij komt wel zeer bijzonder naar voren het feit, dat, ware het
gebied, waarin genoemde school is gelegen, in 1944 niet bij het grondgebied
van deze gemeente gevoegd, deze school zonder meer in stand had kunnen
blijven, aangezien de gemeente Leeuwarderadeel ook dan een aantal inwoners
zou hebben gehad van minder dan 50.000.
Gedurende de laatste jaren werd de school bezocht door meer dan 30
kleuters. Hieruit blijkt duidelijk, dat zij in Wirdum inderdaad in een be
hoefte voorziet.
Op grond van het bovenstaande komt het ons dan ook wenselijk voor,
dat de gemeenteraad zich met een verzoek tot instandhouding van de gemeen
telijke kleuterschool no. 8 tot de minister wendt,
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten overeenkomstig het
hierbij gevoegd ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 4 Februari 1956.