Vaststellen getal wekelijkse lesuren vakonderwijs openbare school voor zwakzinnige kinderen en toekennen voorschot bijzondere school voor zwak zinnige kinderen, beide voor 1956. Bijlage no.. 41. Leeuwarden, 16 Februari 1956. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge -artikel 36, le<lid,' van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 bepaalt de raad van de gemeente, die ten behoeve van een of meer openbare scholen, onderscheiden naar de in artikel 1 bedoelde soorten, vakonderwijzers heeft aangesteld, vóór 1 Maart van elk jaar voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van scholen het getal wekelijkse lesuren gedurende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit getal wordt berekend door deling van het totaal getal per week te geven uren vakonder wijs door het getal verplichte leerkrachten aan die scholen. Sinds 14 Augustus 1951 is aan de openbare school voor buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen (gemeenteschool no. 9) een vakonderwijze res in de logopaedie werkzaam. Het aantal"door deze vakleerkracht per week te geven uren bedraagt 13, terwijl voor 1956 het aantal verplichte leerkrach ten aan die school, de klassen voor imbecillen overeenkomstig artikel 36, lid 2, slotzin, van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 buiten beschouwing latend, 9 bedraagt, zodat het aantal wekelijkse lesuren voor 1956 op 13 9 is 1 4/9 dient te worden bepaald. Aan de Protestants-Christelijke school voor buitengewoon lager onder wijs aan zwakzinnige kinderen, Droevendal 1, alhier, is dezelfde vakonder wijzeres ook reeds enkele jaren werkzaam. Op grond hiervan verzoekt het bestuur van deze school in aanmerking te komen voor een voorschot op de in artikel 36 van bovengenoemd besluit bedoelde vergoeding voor het jaar 1956. Aangezien deze school, de klassen voor imbecillen buiten beschouwing latend, 8 verplichte leerkrachten telt, kan het bestuur aanspraak maken op een vergoeding van maximaal 8x1 4/9 is H 5/9 uur vakonderwijs per week, op basis van dezelfde beloning, als welke de gemeente aan haar vak leerkracht toekent, zijn n.l. 229,-- per jaar voor elk wekelijks lesuur van 60 minuten, verhoogd met de gebruikelijke 2 'fo vacantiegratificatie en vermeerderd met de niet op belanghebbende te verhalen pensioensbijdragen, met dien verstande, dat de vergoeding in geen geval het bedrag der werke lijke uitgaven mag overschrijden. Het voorschot wordt op gelijke wijze be rekend als deze vergoeding, terwijl na afloop van het kalenderjaar de af rekening met het schoolbestuur plaats vindt onder overlegging van de no dige bewijsstukken. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. T. Bakker, Secretaris. Verzonden 22 Februari 1956.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1956 | | pagina 78