Ho. 5698.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van "burgemeester en wethouders van 16 mei 1957
(bijlage no. 114);
BESLUIT:
I. tot wederopzegging aan het bestuur der Vereniging voor Christelijk
Kleuteronderwijs te Leeuwarden ten behoeve van het kleuteronderwijs,
overeenkomstig de in de dertiende titel van het derde boek van het
burgerlijk wetboek opgenomen bepalingen, in bruikleen af te staan eer.
tweetal houten noodschoolgebouwen, respectievelijk gelegen in deze
meerite aan de noordzijde van het Schapendijkje, met drie leslokalen eJ
een speellokaal, en aan de oostzijde van de Vondelstraat, met twee
leslokalen en e'e'n speellokaal, met dien verstande, dat de kosten var.
hot onderhoud van deze schoolgebouwen ten laste van het genoemde
schoolbestuur komen;
II. te bepalen, dat het vaststellen van de datum, met ingang waarvan de onJ
der I genoemde noodschoolgebouwen in bruikleen zullen worden af ge sta:,.',
in overleg met het hierbij betrokken schoolbestuur zal geschieden der-
burgemeester en wethouders.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter,
Secretaris.
Oprichting cursus tot opleiding leerling-verkoopster aan de Leeuwarder In
dustrie- en Huishoudschool.
Bijlage no. 115. Leeuwarden, 16 mei 1957
Aan de Gemeenteraad.
Van het bestuur der vereniging "De Leeuwarder Industrie- en Huishoud
school", alhier, is bij schrijven van 10 april 1957 het verzoek ontvangen,
met ingang van het nieuwe schooljaar een aanvang te mogen maken met de
opleiding voor leerling-verkoopsters.
Dit verzoek wordt gedaan ingevolge het bepaalde in het 2e en 6e lid
van artikel 25 der Nijverheidsonderwijswet, waarbij wordt voorgeschreven,
dat slechts subsidie uit de openbare kas kan worden verleend, indien de
gemeenteraad de uitbreiding van het leerplan der school nodig heeft geoor
deeld en de Kroon deze uitbreiding heeft goedgekeurd.
Blijkens het door ons gevraagde en bij de stukken overgelegde advies
van de Inspeotrice van het Nijverheidsonderwijs bestaat tegen een opleiding
tot leerling-verkoopster, te verbinden aan de Leeuwarder Industrie- en
Huishoudschool, geen bezwaar, mits het aantal leerlingen ten minste 20
bedraagt. Het bestuur heeft blijkens het eveneens ter inzage gelegde schrij
ven d.d. 17 april 1957 medegedeeld, dat de opleiding slechts doorgang zal
vinden, indien het vereiste aantal leerlingen is bereikt, zodat dus zeker
aan de door de inspeotrice gestelde voorwaarde zal worden voldaan.
De netto kosten van bedoelde opleiding worden geraamd op 8,000,--,
waarvan 30 of 2.400, ten laste van de gemeente komt.
Aannemende, dat het aantal leerlingen 20 zal bedragen en dat ongeveer de
helft van deze leerlingen uit andere gemeenten afkomstig zal zijn, zullen
de ten laste van deze gemeente blijvende kosten 1.600,-- bedragen, t.w.
30 io van 8.000,--, verminderd met de bijdragsivan buitengemeenten ad
-g- x 20 */o van 8.000,--.
Aangezien bij een groot aantal winkelbedrijven behoefte bestaat aan
geschoolde leerling-verkoopsters, achten wij bovenbedoelde opleiding voor
deze gemeente van groot belang. Mede gelet op de door het bestuur overge
legde adhesiebetuiging', zijn wij dan ook van mening, dat er genoegzame
reden bestaat het onderhavig verzoek in te willigen.
V/ij geven U daarom in overweging te besluiten overeenkomstig het
hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 29 mei 1957,