No. 5808.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Leeuwarden
van 27 mei 1957 (bijlage no. 117);
BESLUIT 1
1. in te trekken het besluit van 30 maart 1955j no 4237;
2. vast te stellen de volgende garantiebepaling:
"De gemeente stelt zich, evenals de gemeenten, welke reeds aandeelhoud
ster der W.V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden zijn, hoof
delijk aansprakelijk voor de stipte betaling van hoofdsom, rente en af
lossing, alsmede voor de juiste nakoming van alle verdere verplichtin
gen, voortvloeiende uit de door de N.V. gesloten of nog te sluiten geld
leningen en verbindt zich om, indien één der gemeenten tot betaling van
hoofdsom, rente en aflossing, hetzij terecht is overgegaan, hetzij bij
onherroepelijke rechterljjke uitspraak is veroordeeld, aan die gemeente
zo spoedig mogelijk na eerste aanmaning te voldoen haar gedeelte in da;
bedrag, welk gedeelte evenredig is aan het aantal aandelen, dat zij
heeft in verhouding tot het totaal aantal uitgegeven aandelen der N.V."
3. met ingang van de dag, waarop dit besluit voor zover nodig door de Ge
deputeerde Staten van Friesland wordt goedgekeurd, in te trekken het be
sluit van '16 mei 1951» n° 4229.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Besluit ex artikel 36, vierde lid, der Woningwet voor het gebied van uit
breidingsplan "Zuidoost".
Bijlage no. 118. Leeuwarden, 28 mei 1957»
Aan de Gemeenteraad.
Voor het gebied, omsloten door het Van Harinxmakanaalde Verlengde
Schrans, de Schrans, de Potmarge en de Wijde Greunsgeldt momenteel nog
het uitbreidingsplan der gemeente Leeuwarderadeel met enkele kleine parti
ele herzieningen, die daarin na de grenswijziging zijn aangebracht.
Een herziening voor dit gebied is onder de naam "uitbreidingsplan
Zuidoost" in voorbereiding. Met de voltooiing van dit plan zal echter nog
geruime tijd gemoeid gaan. In dit stadium kan wel reeds worden vastgesteld,
dat deze herziening in belangrijke mate zal afwijken van het bestaande
plan.
Momenteel moeten bouwaanvragen voor dit gebied, conform het bepaalde
in artikel 6, tweede lid, onder a, van de Woningwet, getoetst worden aan
het bestaande plan en kan de vergunning niet worden geweigerd, indien de
aanvraag daarmede niet in strijd is, mits ook overigens geen beletselen
voor de bouw aanwezig zijn. Hierdoor bestaat de mogelijkheid, dat bouw
werken tot stand komen, die met het oog op de toekomstige stedebouwkundige
ontwikkeling in dit gebied ongewenst zijn.
Wij achten het daarom raadzaam over te gaan tot vaststelling van een
raadsbesluit als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Woningwet, in
houdende, dat een herziening van het uitbreidingsplan voor bovenomschreven
gebied wordt voorbereid. Een dergelijk besluit is gedurende een jaar geldig.
Na de afkondiging van het besluit worden op grond van artikel 6,
vierde lid, der wet, verzoeken om bouwvergunning aangehouden zolang het
besluit van kracht is. Is eenmaal een plan ter visie gelegd, dan geldt
hetzelfde totdat over dit plan onherroepelijk is beslist. Krachtens het
vijfde lid van artikel 6 kunnen burgemeester en wethouders, in afwijking
van het genoemde vierde lid, de vergunning verlenen, indien de aanvraag
noch met het bestaande plan, noch met een ontwerp tot herziening van dit
plan in strijd is.
Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor over te gaan tot
vaststelling van het hierna afgedrukte ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A-.M. van der Heulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
"Verzonden 29 mei 1957.