No. 654?.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 .iuni 19S7
(bijlage no. 154)'J J J
BESLUIT:
I. de gemeente koopt van mej. J. Agema te St. Annaparochie het perceel
met opstal, plaatselijk gekwoteerd Westerstraat no. 11, kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden, sectie E, no. 1096, groot 140 ca, voor een
koopsom van 875,en voorts onder de volgende bepalingen en bedin
gen;
1. De grond wordt overgedragen met alles, wat daarop of daarin aanwe
zig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten én
daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek.
2. De levering geschiedt op de dag van het verlijden der akte van
overdracht
3. Vanaf de dag van levering komen alle zakelijke lasten en belastin
gen, welke van het over te dragen perceel met opstal geheven worden,
voor rekening van de koopster.
4. De verkoopster is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die,
welker uitsluiting de wet niet toestaat.
5. Partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wetboek.
De kosten van overdracht, alsmede de makelaarsprovisie ad 32,50,
komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden;
II. het onder I bedoelde perceel wordt ondergebracht in het woningbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Sluiten van kasgeldleningen.
Bijlage no. 155. Leeuwarden, 21 juni 1957.
Aan de Gemeenteraad.
Bij besluit van 30 januari 1957, no. 1451, hebt U ons machtiging
verleend om,ter voorziening in de behoefte aan kasgeld, voor het eerste
halfjaar 1957, voor zoveel nodig, tijdelijke leningen aan te gaan, tot
een gezamenlijk bedrag van ten hoogste 10.000.000,--. Genoemd besluit
is door Gedeputeerde Staten dezer provincie op 11 februari 1957 goedge
keurd
Zoals wij U in ons desbetreffend voorstel, bijlage no. 19, hebben
medegedeeld, was het ons niet mogelijk ter consolidatie van de vlottende
schuld langlopende leningen aan te gaan, waarvan de rente overeenstemde
met de van rijkswege terzake vastgestelde normen.
In deze situatie is ook thans nog geen verandering gekomen. Ten einde
een inzicht te verkrijgen in de betalingsverplichtingen, die voortvloeien
uit reeds afgesloten of voor de woningbouw nog te sluiten contracten
met aannemers, hebben wij in overleg met de betrokken bedrijfs-direoteuren
een lijst samengesteld van werken, die in elk geval voortgang moeten vinden.
Dit overzicht wordt hierbij gevoegd. Hieruit blijkt, dat naar raming in het
tweede halfjaar 1957 voor werken in uitvoering, inclusief woningbouw en
daarbij behorende werken, rond 9.413.575,-- zal moeten worden besteed.
Van dit bedrag heeft rond 6.865.000,betrekking op de woningbouw en
de daarbij behorende werken, zoals straataanleg e.d.
Uit het overzicht blijkt tevens, welke werken, waarvoor reeds kre
dieten beschikbaar zijn gesteld, voorshands niet in uitvoering zullen
kunnen worden genomen.
Verwacht wordt, dat het totaal bedrag der opgenomen kredieten op
korte termijn op 1 juli 1957 rond 10.130.000,-- zal bedragen.
Zoals hiervoor reeds is opgemerkt, zal voor de uitvoering van urgente
werken in het tweede halfjaar 1957 naar raming 9.413.575,-- moeten
worden besteed. Voor de financiering van het nadelige saldo van de reke
ning 1956, alsmede voor de uitgaven van de lopende dienst, voorzover niet
begrepen in de totale vlottende schuld op 1 juli 1957, is een krediet
nodig van rond 500.000,--.
Hoewel de mogelijkheid tot consolidatie van de vlottende schuld ook
thans nog niet groot is, heeft onze gemeente uit de opbrengst van de door
de institutionele beleggers beschikbaar gestelde fondsen een lening toege
wezen gekregen van 4*075.400,--. Van deze lening zal in het tweede
halfjaar 1957 ruim 750.000,worden ontvangen.
In verband met het vorenstaande verwachten wij, dat de vlottende
schuld van de gemeente tot 1 januari 1958 een bedrag van 10.130.000,
9.413.575,— 500.000,750.000,-- i9.293.575,— of rond
19.500.000,-- niet te boven zal gaan.
In overeenstemming met het advies van de Financiële Commissie stellen
wij U voor, ons machtiging te verlenen, tot dit bedrag in het tweede
halfjaar 1957 tijdelijke financieringsmiddelen aan te trekken en hiertoe
het volgende besluit te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.Ïi. van der Keulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 21 juni 1957*