No. 7002.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 juli 1957
(bijlage no. 165)5
BESLUIT:
I. het uitbreidingsplan Zuid-West I, vastgesteld bij raadsbesluit van
14 oktober 1953, no. 10520,en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten van Friesland bij besluit van 17 mei 1954, no. 180,
te herzien overeenkomstig de bij dit besluit behorende tekening!
II. de Bebouwingsvoorschriften uitbreidingsplan Zuid-West I te wijzigen
als volgt:
Enig artikel.
In artikel 8, tweede lid, worden na de woorden "openbare rijwiel
stallingen" ingevoegd de worden "garages (boxen) 1'
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verpachten percelen weiland aan U. Jansma te Deinum.
Bijlage no. 166. Leeuwarden, 9 jnü 1957*
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 9 januari 1957, no. 19772, goedgekeurd door Gede
puteerde Staten van Friesland bij besluit van 4 februari 1957, no. 193,
kocht de gemeente van U. Jansma te Deinum de percelen weiland, kadastraal
bekend gemeente Deinum, sectie D, nos. 978, 979, 604, 976, 106, 107, 108
en 959, ten gezamenlijke grootte van 9.09*90 ha, gelegen in de gemeente
Menaldumadeeltussen de Snekertrekvaarthet Van Harinxmakanaal en de
spoorlijn Leeuwarden-Harlingen.
Deze gronden, welke te zijner tijd bestemd zullen worden voor de aan
leg van industrieterrein, zijn, met uitzondering van het perceel, kadas
traal bekend alsvoren no. 976, dat tot 1 november 1959 aan een derde is
verpacht, in gebruik bij de verkoper. Eén der voorwaarden, waaronder de
aankoop is geschied, luidt, dat de verkoper het recht heeft de bovenver
melde percelen, uitgezonderd het perceel D, no. 976, tegen een nader over
een te komen pachtprijs en onder nader overeen te komen voorwaarden, te
pachten, zolang de gemeente deze percelen niet voor andere dan agrarische
doeleinden moet gebruiken.
Aangezien de onderhavige percelen voorshands niet voor de aanleg van
industrieterrein benodigd zullen zijn, bestaan bij ons geen bezwaren tegen
verpachting. De percelen kunnen echter niet voor een normale termijn van
zes jaren worden verpacht. Met het oog op toekomstige plannen moet de
pachttermijn naar onze mening beperkt blijven tot drie jaren, zulks gere
kend met ingang van 1 april 1957. De heer Jansma, voornoemd, kan zich met
deze termijn verenigen. Omtrent de pachtprijs is door de deskundige der
gemeentelanderijen overeenstemming bereikt met de heer Jansma. Wij kunnen
ons met deze pachtprijs ad 1.066,50 per jaar verenigen. De verpachting
zal overigens geschieden onder de gebruikelijke voorwaarden.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Het advies van de deskundige der gemeentelanderijen, alsmede de bij
het vorenbedoelde ontwerp-besluit behorende overeenkomst, zijn bij de stuk
ken voor U ter inzage gelegd.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
J. Hooij, 1-Secretaris
Verzonden 10 juli 1957