meer daar thans de wet voorschrijft, dat van de wethouders pensioenbijdrage moet worden geheven, zodat in den vervolge aan het wethouderspensioen de verzekeringsgedachte niet geheel vreemd is. Wij hebben daarom gemeend in deze de wettelijke regeling te moeten volgen. Par5. Het pensioen van weduwen en wezen. Daar het weduwen- en wezenpensioen is afgeleid van het eigen pensioen, zullen deze pensioensaanspraken bij kortere diensttijd van de wethouder in het algemeen ongunstiger zijn dan die volgens de bestaande verordening'. Daar staat echter tegenover, dat, zoals in het algemeen gedeelte reeds is gezegd, wanneer een wethouder overlijdt vdór het bereiken van de 65-jarigs leeftijd of een gewezen wethouder overlijdt in de periode, waarover hem een uitkering is toegekend, de hierbedoelde aanspraken belangrijk gunstiger zullen zijn. In artikel 21 is het hiermede overeenkomende artikel uit de bestaande verordening overgenomen, hetwelk er toe strekt om cumulaties van wethouders wedde, uitkering en pensioenen ten laste van de gemeentekas te voorkomen. Par4. Beperking van pensioenen bij aanspraak op een pensioen krachtens de Algemene Ouderdomswet. De in deze paragraaf opgenomen regeling is geheel ontleend aan de reeds genoemde wet van 31 januari 1957, Stbl. 30. Par. 5. Algemene bepalingen. Ingevolge de dwingende bepaling in artikel 48 der wet van 1 augustus 1956, Stbl. 455, is in de verordening bepaald, dat van de wedde van de wet houder 3 "ten honderd wordt ingehouden als pensioenbijdrage. In de bestaande verordening is bepaald, dat het tijdelijk wethouder schap geon recht geoft op wachtgeld en ouderdomspensioen. Zoals bekend, voorziet artikel 96 der gemeentewet in de mogelijkheid, dat een wethouder bij ongesteldheid, afwezigheid of onstentenis of indien hij met de tijdelijke waarneming van het burgemeesterschap is belast, zodra nodig, door een ander lid van de raad wordt vervangen. Daar het tijdelijk wethouderschap doorgaans van korte duur zal zijn, brengt de ratio zowel van de uitkering als van het pensioen mede, dat de verordening niet op de tij delijke wethouder van toepassing is. Een daartoe strekkend artikel is dan ook in het ontwerp opgenomen. Par. 6. Slot- en overgangsbepalingen. Zoals uit het bovenstaande is gebleken, is de voorgestelde voorziening als geheel gunstiger dan de bestaande regeling. Niettemin betekent de voor gestelde voorziening op enkele punten een achteruitgang ten opzichte van de bestaande regeling. Hierbij ware te denken aan de pensioensaanspraken ingeval van kortere diensttijd. In verband hiermede vrordt het niet juist geacht de voorgestelde rege ling zonder meer van toepassing to doen zijn op degenen, te wier aanzien de geldende regeling reeds toepassing vindt. Immers deze personen hebben de vraag, of naast de voor hen van overheidswege getroffen regeling nog aanvullende voorzieningen nodig zijn, beantwoord op grond van de inhoud van de bestaande regeling, welke, zoals gezegd, op sommige punten gunstiger is dan de voorgestelde regeling. Hetzelfde geldt voor degenen, die op het tijdstip van in werking treden van de voorgestelde regeling in functie zijn Het is om deze reden, dat de wet de mogelijkheid opent bij verordening te bepalen, dat de betrokkenen in de gelegenheid zijn zich uit te spreken voor het behoud van de oude bepalingen, voor zover deze betreffen de uit kering na aftreden, het recht en de berekening van het pensioen, en het recht en de berekening van hot weduwen- en wezenpensioen. De wet geeft echter alleen de mogelijkheid de keuze te doen tussen het ene en het andere complex van voorzieningen. Spreken do betrokkenen 'zich" zich niet uit voor het behoud van de oude toestand, dan is de nieuwe regeling in haar volle omvang op hen van toepassing. Gelet op het bovenstaandegeven wij U in overweging over te gaan tot de vaststelling van het hierna afgedrukte ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.H. van der Heulen, Burgemeester. J.Hooij, 1-Secretaris Verzonden 10 juli 1957-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1957 | | pagina 235