■I li Ho. 7006. DE RAAD DER GEiiEEHTE LEEUWARDEN; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 juli 1957 (bijlage no. 168)j BESLUIT vast te stellen de volgende VERORDENING, betreffende het toekennen van een uitkering en een pensioen aan gewezen wethouders der gemeente Leeuwarden, zomede van een pensioen aan hun weduwen en wezen. Par. 1. De uitkering. Artikel 1. 1. Hij, die ophoudt wethouder te zijn, heeft, tenzij hij zonder onderbre king weder als zodanig optreedt, met ingang van de dag van aftreding, voorzover hij alsdan niet de leeftijd van 65 jaren heeft bereikt, reoht op een uitkering ten laste van de gemeente op de voet van het bepaalde in deze verordening. Artikel 2. 1. De uitkering wordt toegekend voor een periode, gelijk aan het tijdvak, waarin belanghebbende laatstelijk zonder wezenlijke onderbreking wet houder is geweest, tot een maximum van zes jaren, met dien verstande, dat de uitkering in elk geval voor de duur van twee jaren wordt ver leend. 2. Ingeval van tussentijds vervallen van de uitkering krachtens artikel 6, tweede lid, wordt de volgende uitkering toegekend ten minste tot het tijd stip, waarop eerstgenoemde uitkering, indien zij niet was vervallen, zou zijn geëindigd. 3. In bijzondere gevallen kan de raad op schriftelijk verzoek van de belang hebbende bepalen, dat de uitkering wordt voortgezet voor een,met inacht neming van het bepaalde in artikel 6, vast te stellen termijn, welke op dezelfde wijze kan worden verlengd. Artikel 3. De uitkering bedraagt gedurende het eerste jaar 80 ten honderd, gedu rende het tweede jaar 65 ten honderd, en vervolgens 50 ten honderd van de voor het ambt vastgestelde wedde, waaronder worden begrepen de toelagen, welke in de pensioensgrondslag zouden zijn opgenomen, indien de wethouder als zodanig ambtenaar vras geweest in de zin van de Pensioenwet 1922 (stbl. no. 240), zomede voor de toepassing van deze paragraaf de eventuele kindertoelage, welke de belanghebbende zou hebben genoten, indien hij wet houder was gebleven. Artikel 4- 1. Indien de gewezen wethouder inkomsten gaat genieten uit of in verband me arbeid of bedrijf, ter hand genomen op of na de dag, waarop hij heeft opgehouden wethouder te zijn, wordt de uitkering met het bedrag dier inkomsten verminderd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1957 | | pagina 236