Een onbeperkte stijging van de vlottende schuld zal tot gevolg hebben,
dat het monetaire en financiële evenwicht wordt verstoord, met alle conse
quenties van dien. Bovendien dreigt het gevaar, dat de financiering van
zeer urgente kapitaalswerken, zoals die voor de woningbouw, vast loopt.
Ten einde dit te voorkomen,heeft de regering zich bereids ernstig be
raden, welke voorzieningen moeten worden getroffen om het noodzakelijke
evenwicht tussen besparingen en investeringen te herstellen.
Bij rondschrijven van 14 januari 1957, afd. Pin., B.B., nr. 23821,
- welk schrijven bij de stukken voor U ter inzage is gelegd - heeft de Minis
ter van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfs
organisatie de gemeentebesturen medegedeeld, welke maatregelen de regering
in het kader van de investeringsbeperkingen voor de lagere publiekrechte
lijke lichamen noodzakelijk acht, In kort bestek kornen deze maatregelen
op het volgende neer.
Aan de financiering van de woningbouw zal prioriteit moeten worden ge
geven. Zo nodig is het geoorloofd de woningbouw voorlopig met kort geld te
financieren, ook indien dit tot gevolg zal hebben, dat de kasgeldbehoefte
ener gemeente de grens van 25 van de uitgaven van de gewone dienst over
treft.
Nieuwe langlopende leningen zullen dan echter in de eerste plaats moe
ten strekken tot consolidatie van vlottende schuld tot binnen de 25 °/o grens
en vervolgens ter financiering van onderhanden of binnenkort aan te vangen
woningbouw. Voor de uitvoering van weg- en waterbouwkundige werken zal,
in sterkere mate dan tot dusverre het geval is, vergunning ingevolge de
Vederopbouwwet van de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid nodig
zijn. Een afschrift van de terzake ontvangen aanschrijving van de Minister
van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid ligt eveneens bij de stukken voor U
ter inzage.
Kapitaalswerken, waarvan de uitvoering niet aan een bijzondere vergun
ning of aan een andere goedkeuring onderworpen is, zullen zoveel mogelijk
moeten worden beperkt en opgeschort, opdat de beschikbaar komende finan
cieringsmiddelen in de eerste plaats zullen worden aangewend voor de woning
bouw en de daaraan onverbrekelijk verbonden investeringen. De regering acht
het zonder meer niet toelaatbaar, dat de kasgeldnorm wordt overschreden ten
gevolge van uitvoering van werken, niet tot de woningbouw c.a. behorende.
Ten einde ruimte te houden of te scheppen voor meer urgente gevallen, is
uitvoering van projecten, niet tot de Woningbouw behorende, behoudens toe
stemming van Gedeputeerde Staten, niet toelaatbaar, ook al zou in de betref
fende gemeente de kasgeldnorm niet worden overschreden.
Is uitstel van bepaalde kapitaalsuitgaven niet mogelijk en zijn ook
Gedeputeerde Staten van oordeel, dat de urgentie van de uitgaaf moet preva
leren boven financieringsbezwaren, dan zal een gemeente gerechtigd zijn het
betreffende werk uit te voeren, na verkregen toestemming van Gedeputeerde
Staten.
Voor uitgaven van meer dan 100.000,-- zullen G deputeerde Staten de
verklaring van geen bezwaar niet afgeven, voordat de Minister van Binnen
landse Zaken, mede namens zijn ambtgenoot van Financiën, hieraan zijn goed
keuring heeft gehecht. Deze ministeriële goedkc-uring is alleen nodig in die
gevallen, dat de nieuwe uitgaaf overschrijding van de kasgeldnorm tot ge
volg heeft.
Het zal D duidelijk zijn, dat het complex van maatregelen, dat de re
gering in verband met monetaire moeilijkheden heeft moeten nemen, tot ge
volg zal hebben, dat nieuwe investeringen, ook al zijn hiervoor financie
ringsmiddelen aanwezig, zeer moeilijk zullen kunnen worden gerealiseerd en
dat werken, die bereids door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd, doch
met de uitvoering waarvan nog niet is begonnen, voorlopig zullen moeten
worden uitgesteld. Werken, die in uitvoering zijn en waarvoor contracten
zijn afgesloten met aannemers, kunnen bezwaarlijk worden stilgelegd. Ten
einde inzicht te vorkrijgen in de betalingsverplichtingen, die uit deze
contracten voortvloeien, hebben wij in overleg met de betrokken bedrijfs
directeuren een lijst samengesteld van werken, die in elk geval voortgang
zullen moeten vinden. Uit dit overzicht blijkt, dat naar raming tot 1 juli
"1957
1957 voor werken in uitvoering, inclusief woningbouw en daarbij behorende
werken, rond 7-375-000,-- zal moeten worden besteed. Van dit bedrag heeft
rond 5-050.000,-- betrekking op de woningbouw en de daarbij behorende
werken als straataanleg e.d.
Uit het samengestelde overzicht blijkt tevens, welke werken, waarvoor
reeds kredieten beschikbaar zijn gesteld, voorshands niet in uitvoering
zullen kunnen worden genomen.
Te Uwer oriëntatie hebben wij tevens een lijst samengesteld van wer
ken, waarvoor nog geen kredieten beschikbaar zijn gesteld, doch waarvan
een aantal objecten, met name de woningbouw en de aanleg van straten, ge
deeltelijk in 1957 in uitvoering zullen moeten worden genomen. Deze lijst
wijst een totaal bedrag aan van rond 24.192.050,--.
Onder "div-ersen" zijn op de overzichten verschillende werken in wille
keurige volgorde vermeld. Te zijner tijd zal worden nagegaan, welke van
deze v/erken het eerst voor uitvoering in aanmerking zullen komen.
Zoals wij U hiervoor reeds hebben medegedeeld, is het totaal bedrag
der opgenomen kasgelden de voor onze gemeente gestelde grens van
3.985.000,dicht genaderd. Voor het voortzetten van in uitvoering
zijnde v/erken zal het nodig zijn, dat het toegestane maximum wordt ver
hoogd
Blijkens de lijst van werken in uitvoering zal naar raming tot 1 juli
1957 rond 7.375.000,moeten worden besteed, zodat volgens deze prog
nose de kasgeldschuld zal kunnen oplopen tot rond 11360.000,--
Hoewel de mogelijkheid tot consolidatie van vlottende schuld niet
groot is, menen wij toch te mogen aannemen, dat onze gemeente in het eerste
halfjaar 1957 wel enig vast kapitaal zal kunnen aantrekken. In verband
hiermede verwachten wij, dat de vlottende schuld van de gemeente tot 1
juli 1957 een bedrag van 10.000.000,wel niet te boven zal gaan.
In overeenstemming met het advies van de Financiële Commissie stellen
wij U voor, ons machtiging te verlenen tot dat bedrag in het eerste half
jaar 1957 kasgeldleningen te sluiten en hiertoe het volgende besluit te
nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 26 jaruari 1957-