No. 7112.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 juli 1957
(bijlage no. 178);
BESLUIT;
aan het bestuur der Vereniging Leeuwarder Parkherstellingsoord, alhier,
medewerking te verlenen voor de aanschaffing van een nieuwe leesmethode
ten behoeve van de school voor ziekelijke kinderen, Achter de Hoven 26B.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Gedeeltelijke intrekking uitbreidingsplan in onderdelen "Noord en Oost"
en plan 1939.
Bijlage no. 179. Leeuwarden, 12 juli 1957
Aan de Gemeenteraad.
Op 4 juli 1956 besloot Uw raad tot intrekking van het uitbreidings
plan in onderdelen, genaamd "Noord en Oost", zulks ter voorbereiding van
maatregelen tot onteigening en bevordering van de woningbouw in dit ge
bied (zie bijlage no. 160 van 1956).
Na het tot stand komen van Uw besluit is ons gebleken, dat daartegen
van de zijde van gedeputeerde staten bezwaren bestaan. Deze bezwaren rich
ten zich in hoofdzaak hiertegen, dat door de intrekking van genoemd plan
voor de daaronder begrepen gronden geen uitbreidingsplan meer bestaat,
waardoor het op grond van de wettelijke voorschriften mogelijk zou zijn,
dat bij hantering van artikel 6, vijfde lid, van de Woningwet door ons
college zich op het desbetreffende gebied daadwerkelijk een stedebouw-
kundige ontwikkeling zou kunnen voltrekken, welke aan de controle van ge
deputeerde staten zou zijn onttrokken. Hoewel wij van mening zijn, dat de
praktische mogelijkheden tot het intreden van het van de zijde van gede
puteerde staten gevreesde gevolg ontbreken, moet niettemin met het feit
van een niet-goedkeuring rekening worden gehouden. Bij een naar aanleiding
van de gerezen bezwaren gehouden bespreking werd in deze zin een modus ge
vonden, dat het gedeelte van bovengenoemd intrekkingsbesluitdat betrek
king heeft op de gronden, gelegen tussen de Plataanstraat en de Groninger
straatweg, zou worden goedgekeurd, zodra het voor dit gebied in voorberei
ding zijnde uitbreidingsplan Oost II voor vaststelling vatbaar zou zijn,
en dat aan het overige gedeelte van genoemd intrekkingsbesluit goedkeuring
zou worden onthouden. Zodra het voor laatstbedoeld gebied in voorbereiding
zijnde uitbreidingsplan Noord zou kunnen worden vastgesteld, zou het voor
dit gebied nog steeds geldende plan Noord en Oost opnieuw worden ingetrok
ken.
Voor de uitvoering van het bovenstaande doet zich thans de moeilijk
heid voor, dat de termijn, waarbinnen gedeputeerde staten uiterlijk hun
terzake nodige beslissing moeten nemen, op 10 juli j.l. is verstreken.
Voordien kon geen beslissing worden genomen, daar de voorbereiding van
het plan Oost II, dat binnenkort ter visie kan worden gelegd, nog niet
zover gevorderd was, dat het kon worden vastgesteld. Zoals U bekend is,
moeten gedeputeerde staten dit plan vaststellen, aangezien meer dan een
jaar is verlopen sedert aan het vorige uitbreidingsplan voor het gebied
van Oost II goedkeuring is onthouden.
Teneinde praktisch hetzelfde resultaat te bereiken als zou zijn be
reikt, wanneer de bovenomschreven modus kon worden gevolgd, is het gewenst,
dat Uw besluit van 4 juli 1956, dat zonder de vereiste goedkeuring geen
waarde heeft, wordt ingetrokken. In aansluiting daarop dient vervolgens
een besluit te 'worden genomen tot intrekking van het gedeelte van uit
breidingsplan "Noord en Oost", gelegen tussen Plataanstraat en Groninger
straatweg. Waar het een gedeeltelijke intrekking betreft, dient hier de
zelfde procedure te worden gevolgd als is voorgeschreven bij herziening.
In verband hiermede is van het voornemen tot intrekking op de bij herzie
ningen gebruikelijke wijze kennis gegeven. Bezwaarschriften zijn tot op
heden - de termijn van tervisieligging is op 15 dezer geëindigd - niet
ingekomen.
Wij geven U mitsdien in overweging over te gaan tot vaststelling van
het hierna afgedrukte ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
Verzonden 13 juli 1957. J.Hooij, 1-Secretaris