Hiet-ontvankelijk verklaren aanvraag R.K. Kerkbestuur te 'ijtgaard om uitbreiding betegeling speelplaats. Bijlage no. 184. Leeuwarden, 11 juli 1957. Aan de Gemeenteraad. Het R.K. Kerkbestuur te Wijtgaard verzoekt krachtens het bepaalde in artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de uitbreiding van de betegeling van de speelplaats, behorende bij de R.K. school voor gewoon lager onderwijs, aldaar. Aanvankelijk was van deze speelplaats, die een oppervlakte heeft van 356 m2, een gedeelte ter grootte van 116 m2 van een tegelbestrating voor zien. Om ook het overige deel te kunnen betegelen ,heeft het schoolbestuur in 1949 aan Uw raad gevraagd hiervoor de nodige gelden beschikbaar te stellen. Bit gedeelte bestond uit twee vakken, elk ter grootte van 110 m2. In Uw vergadering van 28 september 1949 werd besloten de gevraagde medewerking te verlenen. Ter uitvoering van dit besluit heeft ons college met toepassing van artikel 77, 5e lid, der wet en op advies van de inspec teur van het lager onderwijs aan het schoolbestuur medegedeeld, dat de be tegeling tot een der beide vakken moest worden beperkt. Beze opvatting was in overeenstemming met de hieromtrent bestaande jurisprudentie, waar bij is uitgesproken, dat een speelruimte van 2 2 - m2 per leerling als voldoende moest worden aangemerkt. Het aantal leerlingen bed.roeg toen _t_ 60 Het schoolbestuur vraagt thans opnieuw aan Uw raad om gelden voor de betegeling van het nog overgebleven vak. Bij inwilliging van het verzoek zou volgens het schoolbestuur de speelplaats ook voor het geven var. gym nastieklessen kunnen worden gebruikt. Beze lessen worden tot nu toe op het sportterrein gegeven, doch dit terrein is volgens het schoolbestuur, in verband met de drassigheid van de bodem, een groot deel van het jaar niet te gebruiken. Het aantal leerlingen van de R.K, school te wijtgaard is inmiddels teruggelopen tot 52, terwijl de normen voor speelruimte niet zijn gewij zigd, zodat er o.i. geen reden is, aan het verzoek te voldoen. ls'at betreft de opmerking van het schoolbestuur, dat het sportterrein een groot deel van het jaar niet gebruikt kan worden, merken wij op, dat het mogelijk is, dat het terrein in 1956 door de grote regenval niet ge schikt was voor het geven van gymnastiekonderwijs, doch dut dit als een bui tengewone toestand moet worden beschouwd, welke niet als norm kan worden aangenomen. Hu de omstandigheden sedert 1949 niet zijn gewijzigd, menen wij, d.at het hier een herhaling betreft van het in dat jaar gedaan"verzoek en dat het thans ingezonden adres op grond hiervan niet-ontvankelijk behoort te wor den verklaard. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. J.Hooij, 1-Secretaris Verzonden 1J juli 1957.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1957 | | pagina 257