I "—ft. Wijziging van de verordening op de heffing van reinigingsrechten. Bijlage no. 209» Leeuwarden, 10 september 1955 Aan de Gemeenteraad. Zoals TJ uit de begrotingen en rekeningen van de gemeentereiniging is gebleken, is het nadelig saldo van deze tak van dienst de laatste jaren sterk gestegen. Van 1953 tot 1957 is dit aangegroeid van 583-000,-- tot 814-000,--, terwijl voor 195s rekening moet worden gehouden met een nieuwe lastenstijging van 45-800,-- (huuroompensatieinvoeren leeftijds ionen, stijgen rente, enz.). Verwacht wordt, dat het tekort voor 1958 op rond 860.000,-- moet worden gesteld. Hoewel een rationele bedrijfsvoering Wordt nagestreefd, waardoor getracht wordt de kostenstijgingen zoveel, mogelijk tegen te gaan, is het nadelig saldo in enkele jaren met 276.000,-- toegenomen. De precaire toestand van de gemeentefinanciën maakt het onmogelijk de steeds groter wordende tekorten van de gemeentereiniging zonder meer voor rekening van de algemene dienst te nemen. In onze nota van 23 augustus 1957 (bijlage no. 201betreffende de gemeentebegroting voor 1957, hebben wij een tekort op de gewone dienst becijferd van 672.305,--, zonder nog reke ning te houden met de financiële gevolgen van de onrendabele investeringen in 1956 en 1957- Het schijnt dan ook niet uitgesloten, dat het verschil tussen inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1958 het bedrag van 1.000.000,-- zal overschrijden. De stijging van de sekorten van de gemeentereiniging nopen ons derhalve U voor te stellen over te gaan tot verhoging van de reinigingsrechten. In de eerste plaats komen de rechten voor het beschikbaar stellen van oen vuilnisemmer en voor het afvoeren van huisvuil voor verhoging in aan merking. Recente calculaties hebben uitgewezen, dat in 1958 de hieraan ver bonden kosten per emmer '4>5- f 15;-- zullen bedragen. Het moet zeker niet onredelijk worden geacht, dat do vergoeding voor deze diensten, voor ten hoogste twee emmers per perceel, ongeveer op de helft van de kosten wordt bepaald en dat de vergoeding voor het ophalen en verwerken van bedrijfs- vuil tenminste overeenkomt met ae kostprijs. Het huisvuilrecht in het stedelijke gedeelte del- gemeente kan dan op 0,60 per emmer per maand wor den vastgesteld. In hes overige deel der gemeente, waar geen uniforme vuil nisemmers ter beschikking kunnen worden gesteld en het huisvuil eenmaal per week wordt opgehaald, ware de vergoeding te bepalen op 0,25 per maand voor elk perceel, ten behoeve waarvan huisvuil wordt verwijderd. Aangenomen mag worden, dat, indien per perceel drie huisvuilemmers van 33 liter inhoud of een of meer emmers ir.et een inhoud van meer dan 33 liter in gebruik zijn, van bedrijfsvuil sprake is. De vergoeding dient dan ook voor de derde en volgende emmer van 33 liter per perceel en voor elke emmer met een inhoud van meer dan 33 liter, voor ten hoogste twee emmers per perceel op 1,25 per maand te worden gesseld. Het invoeren van deze heffingen heeft tot ge volg, dat de inkomsten van de gemeentereiniging met rond 140.000,-- zul len toenemen. Uit het voor U bij de stukken ter inzage gelegde overzicht, waarop do rechten, die in andere gemeenten worden geheven, zijn vermeld, moge blijken, dat de thans voorgestelde heffingen zeker niet hoger zijn dan die, welke momenteel elders worden geheven. Hoewel de kosten voor hes beschikbaar stellen en het verwisselen van privaattonnen in de laatste jaren eveneens zijn gestegen, zijn wij van oordeel, dat hier niet over de gehele linie tot verhoging van rechten moet worden overgegaan. Indien dis wel zou geschieden, sou immers een groot ge deelte der ingezetenen, waaronder de minst draagkrachtigén, dat reeds een verhoogde aanslag in het huisvuilrecht krijgt te dragen, tweemaal door de verhoging van de reinigingsrechten worden getroffen. V/ij zijn van mening, "dat"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1957 | | pagina 294