No. 8712.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en vrethouders van 12 september
1957 (bijlage no. 212);
BESLUIT:
de gemeente huurt overeenkomstig de bij dit besluit behorende concept
overeenkomsten:
I. voor het tijdvak van 3 september 1956 tot en met 25 augustus 1957 van
de Kerkeraad van de Gereformeerde Kerk te Leeuwarden twee lokalen in do
Kerk aan de Pelikaanstraat no. 10, alhier, tegen een huurprijs van
f 576,-- per lokaal por jaar voor 1956 en van 591,-- per lokaal per
jaar voor 1957;
II. gerekend met ingang van 2 januari 1956 van het bestuur van de School
stichting St.Joannes de Dooper te Huizum het leermiddelenlokaal van de
bijzondere school voor gewoon lager onderwijs aan de Huizumerlaan no.
21, alhier, tegen een huurprijs van 416,per jaar, te verhogen met
het normbedrag voor onderhoud, hetwelk de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen jaarlijks bij afzonderlijke beschikking vast
stelt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen verordening op de heffing van een straatbelasting.
Bijlage no. 213.
Leeuwarden, 12 september 1957
Aan de Gemeenteraad.
De verordening op de heffing van een straatbelasting (Gemeenteblad
1955, no. 6), laatstelijk vastgesteld bij raadsbesluit van 7 januari 1953,
no. 31, is bij Koninklijk besluit van 25 maart 1953, no. 6, goedgekeurd tot
1 januari 1958.
De financiële positie van de gemeente maakt het niet alleen noodzake
lijk, dat de heffing van deze belasting na laatstgenoemde datum wordt
voortgezet, maar ook, dat de totale opbrengst wordt opgevoerd. Sedert de
invoering van de straatbelasting in deze gemeente -op 1 januari 1936-
heeft deze opbrengst geen andere wijziging ondergaan dan .die, welke het ge
volg is geweest van de uitbreiding der bebouwing en van de grenswijziging
met Leeuwarderadeel. Daarentegen zijn de ten laste van de gemeente komende
kosten voor de aanleg en het onderhoud van de land- en waterwegen in de
gemeente, voor hun verlichting en voor de afvoer van water en vuil, enorm
gestegen.
Zoals uit het bij de stukken gevoegde overzicht blijkt, bedroegen
deze lasten in 1937 f 466.064,44 en wa3 <ie belastingopbrengst 228.080,17
(+.49In 1953 -toen de huidige heffingsverordening is vastgesteld-
waren deze bedragen onderscheidenlijk 1.635*145,-- en 328.015»--
20$), terwijl voor 1957 respectievelijk 2.209.320,-- en 357*500,-
16,5^) is geraamd.
De heffing van straatbelasting dient, krachtens artikel 280 der Ge
meentewet, ter verkrijging van een billijke bijdrage in bovenvermelde kos
ten. Een belastingopbrengst tot 85$ dier kosten wordt door de Minister van
Binnenlandse Zaken nog aanvaardbaar geacht. Het verhogen van de belasting
opbrengst tot het door de minister gestelde maximum achten wij uitgesloten.
Ook een verhoging tot 49$ van de kosten, zoals in 1937, achten wij te
rigoureus. Verhoging van de belastingopbrengst tot 20$ van de kosten,
zoals in 1953, lijkt ons echter alleszins redelijk.
Ingevolge artikel 4, Is lid, van de bestaande verordening bedraagt de
straatbelasting van de gebouwde eigendommen, gelegen in het stedelijk ge
deelte der gemeente, 6-gen van de gebouwde en ongebouwde eigendommen, ge
legen in het overige gedeelte van de gemeente, 4$ van de belastbare op
brengst, zoals deze door de kadastrale leggers is aangewezen.
De heffing van straatbelasting in Leeuwarden was oorspronkelijk beperkt
tot de gebouwde eigendommen. In Leeuwarderadeel was deze belasting als
wegbelasting ook van ongebouwde eigendommen verschuldigd. Voor gebouwde
zowel als voor ongebouwde eigendommen gold eon heffing van 4$ van de be
lastbare opbrengst. Toen bij de grenswijziging -op 1 januari 1944- aan
Leeuwarden een gedeelte van Leeuwarderadeel werd toegevoegd, werd het wen
selijk geacht, voorshands de tarieven voor de straatbelasting, die in
laatstgenoemde gemeente werden geheven, voor het aan Leeuwarden toegevoeg
de gedeelte te handhaven. Voor de gebouwde en ongebouwde eigendommen, ge
legen in het stedelijk gedeelte van hes toegevoegde gobied, was dit echter
bezwaarlijk. Dit complex vormde een vrijwel aaneengesloten geheel met het
stedelijk gedeelte van Leeuwarden, zodat het logisch en billijk werd ge
acht, om hiervoor eenzelfde heffingsprrcentage vast te stellen. Evenals
voor (oud) Leeuwarden werden daarom de ongebouwde eigendommen, gelegen in
het stedelijk gedeelte van de uitbreiiing (hoofdzakelijk Huizum), buiten
de heffing gelaten en word voor de aldaar gelegen gebouwde eigendommen hot
heff ingsperoentagedat in Leeuwarderadeel vier bedroeg, tot 6-5- van de be
lastbare opbrengst verhoogd. Deze regeling maakte het noodzakelijk de
grens to bepalen van hot gedeelte der gemeente, dat voor de heffing van
"straatbelasting"