Artikel 4 De straatbelasting bedraagt van de gebouwde eigendommen 8 ten honderd en van de ongebouwde eigendommen 4 'ten honderd van de belastbare opbrengst of het geschatte bedrag, bedoeld in artikel 3. Artikel 5 Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 6 1. Geen straatbelasting is verschuldigd wegens: a. de eigendommen der gemeente, welke uitsluitend voor de openbare dienst der gemeente of te algemenen nutte worden gebezigd; b. de bijzondere begraafplaatsen met de aanhorige gebouwde eigendommen; c. de gebouwde eigendommen, uitsluitend bestemd voor de openbare ere dienst of uitsluitend bestemd voor het geven van godsdienstonderwijs; d. de gebouwde eigendommen, uitsluitend dienende als kleuterschool of als school voor lager onderwijs; e. de gebouwde eigendommen, uitsluitend dienende als inrichting van weldadigheid of tot genezing of verpleging van zieken of gebrekkigen, mits geen winst wordt gemaakt of beoogd anders dan ten bate der in richting. 2. Do vrijstellingen, genoemd onder c, d cn e van het eerste lid van dit artikel, strekken zich ook uit tot de aanhorige erven en tuinen van de daar bedoelde gebouwde eigendommen. Artikel 7 1. Voor gebouwde eigendommen, die mot hun gebouwde aanhorigheden gedurende 12 achtereenvolgende maanden ongebruikt en onverhuurd zijn gebleven, wordt aan hem, die over dat gehele tijdvak is aangeslagen, ontheffing van de daarvoor opgelegde aanslag verleend. 2. Gehele of gedeeltelijke ontheffing van straatbelasting kan eveneens worden verleend, indien de belastbare opbrengst, als bedoeld in artikel 3, is verlaagd of indien op grond van artikel 53 der wet op de grondbe lasting ontheffing of vermindering van grondbelasting is verleend. 3. Ter bekoming van gehele of gedeeltelijke ontheffing, als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, moet de belastingplichtige binnen twee maanden na het einde van het in het eerste lid bedoelde tijdvak of na de dagtekening van de uitspraak, waarbij de belastbare opbrengst, als bedoeld in artikel 3, is verlaagd of waarbij op grond van artikel 53 der wet op de grondbelasting ontheffing of vermindering van grondbelas ting is verleend, onder overlegging van een afschrift van de uitspraak, een verzoekschrift indienen bij de controleur der gemeentebelastingen. 4. Indien de belastingplichtige niet anders dan met buitengewoon bezwaar in staat is de straatbelasting te voldoen, kan de belasting op zijn verzoek geheel of gedeeltelijk door burgemeester en wethouders worden afgeschreven. Artikel 8 1. Onjuist vastgestelde aanslagen worden ambtshalve herzien. 2. Indien een aanslag in de straatbelasting ten onrechte niet of te laag is opgelegd, wordt de niet of te weinig geheven belasting van de belas tingplichtige of zijn erfgenamen nagevorderd, zolang niet drie jaren sedert de aanvang van het belastingjaar zijn verstreken. "Artikel 9" I T'l M r A>*ü> Art ikejL 9 1, De invordering van de straatbelasting geschiedt door de gemeente ontvanger krachtens de hem door de controleur der gemeentebelastingen toegezonden kohieren. 2. De gemeente-ontvanger geeft van elke betaling te zijnen kantore onmid dellijk kwitantie. Artikel 10 Ha ontvangst van het kohier zendt de gemeente-ontvanger binnen 14 da gen een aanslagbiljet aan do daarop voorkomende belastingplichtigen. Artikel II De straatbelasting is invorderbaar in twee gelijke termijnen, waar van de eersto termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede tormijn drie maanden lator. A.rtikel 12 Bij weigering of nalatigheid de verschuldigde straatbelasting te vol doen, geschiedt de invordering overeenkomstig de artikelen 291 tot en met 295 der Gemeentewet. Artikel 13 Voor de toepassing van de artikelen 297? 299 en 300 van de Gemeente wet treedt de controleur der gemeentebelastingen of diens plaatsvervanger in de plaats van de raad, van burgemeester en wethouders of van de burge meester. Artikel 14 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1958. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1957 | | pagina 308