I Ik pyi J-\* i
TrmfA'-ia
wijziging Loonregeling 1947 - invoering leeftijdsionen voor werk- en vak
lieden
Bijlage no. 225-
Leeuwarden, 14 september 1957.
Aan de Gemeenteraad.
Bij schrijven van 12 juni 1957 heeft de Minister van Binnenlandse
Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie aan de ge
meentebesturen mededeling gedaan van de invoering van leeftijdsionen voor
de rijkswerklieden. Do invoering van leeftijdsionen, welke een wijziging
van het loonsysteem voor de mannelijke werk- en vaklieden in de rijks
dienst ten gevolge zal hebben, heeft volgens de minister ten doel een
nauwere aansluiting te zoeken bij de lonen en loonsystemen in de particu
liere sector, waarbij voornamelijk de situatie in de metaalindustrie in
het oog gehouden is, en voorts, met name ten aanzien van de volwassenen,
een loonbepaling te geven, die zich beter dan de huidige zou verdragen
met toepassing van werkclassificatie
Het nieuwe loonsysteem betekent in vezen, dat in stede vanzoals tot dus -
vorre de diensttijd, in demrorvolgo de leeftijd van de betrokkene bepalend ris voor de vaststelling
van zijn loonbedrag. Zulks betekent voor oudere ambtenaren, die naar
lage bedragen van de voorheen geldende loonschalen worden bezoldigd, een
wezenlijke verbetering.
In af',/achting van de nodige wijzigingen in het Bezoldigingsbesluit
Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 zijn, naar de minister mededeelde, de
leeftijdsionen bij het Rijk per 1 augustus 1957 ingevoerd.
De minister verzoekt tenslotte in zijn bovenvermeld schrijven een
overeenkomstige herziening te bevorderen ten aanzien van de lonen van de
werklieden in de gemeente, een en ander onder gelijktijdige wijziging van
de betreffende bepalingen van de gemeentelijke verordening, voor zover
zulks nodig is.
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeen
telijke personeelsaangelegenheden heeft bij schrijven van 27 juni 1957,
no. 256,aan de aangesloten gemeenten medegedeeld, dat omtrent de invoering
van de leeftijdsionen centraal overleg is gevoerd met de vertegenwoordigers
van de personeelsorganisaties. In overeenstemming met het gevoelen van de
vertegenwoordigde organisaties beveelt het Centraal Orgaan aan, te voldoen
aan het verzoek van de minister om een overeenkomstige herziening van de
lonen te bevorderen. Het plaatselijk georganiseerd overleg kan in verband
hiermede achterwege blijven.
Daar, zoals bekend, de gemeente ten aanzien van haar personeel steeds
de ri jksmaatregelen pleegt te volgen, verdient het onzes inziens alleszins
aanbeveling, dat ook thans de door de minister medegedeelde maatregelen
worden overgenomen. In aansluiting bij het Rijk ware de invoering te bepa
len op 1 augustus 1957 voor hen, wier bezoldiging per maand wordt uitbe
taald, en op de eerste dag van de loonweek, waarin 1 augustus valt, voor hen,
wier bezoldiging per week of over een korter tijdvak wordt uitbetaald.
Bijgaand mogen wij U dan ook een daartoe strekkend ontwerp-besluit
ter vaststelling doen toekomen.
Ter toelichting vermelden wij, dat in het ontwerp-besluit enkele
noodzakelijke wijzigingen van de Loonregeling 1947 zijn opgenomen, welke
de invoering van het nieuwe loonsysteem met zich mede brengt.
In de plaats van de in de artikelen 12 en IJ van de Loonregeling 1947
vermelde loonbedragen zijn in het ontwerp loonbedragen opgenomen, welke
corresponderen met de leeftijden van 14 tot en met 27 jaar en ouder. In
de nieuwe loonbedragen, welke gelijk zijn aan die, welke de minister in
zijn bovenvermeld schrijven aan de gemeentebesturen heeft medegedeeld,
zijn de verhogingen van 6^ en 5>6$ looncompensatie in verband met de
premiebetaling Algemene Ouderdomswet begrepen. De maximum lonen in de
"n ieuwe"