Benoemen van een leraar in het Frans en van een leraar in de wiskunde aan de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes. Bijlage no. 249- Leeuwarden, 10 oktober 1957 Aan de Gemeenteraad. De directrice van de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes heeft ons verzocht te bevorderen, dat aan haar school voor de duur van het cursusjaar 1957 - 1958 een leraar in het Frans en een leraar in de wiskunde worden benoemd. Met het oog hierop doen wij D hieronder aan bevelingen toekomen ter benoeming van leraren in deze leervakken aan ge noemde inrichting van onderwijs. Vacature Frans. Gedurende het cursusjaar 1956 - 1957 Is het merendeel der lessen in dit leervak gegeven door de heer C.J. Oschatz en mej. M.Polman. Eerst genoemde kan niet voor herbenoeming worden aanbevolen, terwijl mej.Polman wegens haar vertrek naar Assen niet voor een herbenoeming in aanmerking wenst te komen. Voor de betrekking van leraar in het Frans, welke daardoor is opengevallen, hebben zich twee sollicitanten aangemeld. Eén der solli citanten wordt niet geschikt geacht voor de vervulling van deze vacature, zodat vrij U slechts één kandidaat, t.w. de heer H. A. G. Sati.in, wonende te Maastricht, voor benoeming kunnen aanbevelen. Vacature wiskunde. Aan de heer N.Jongschaap, tijdelijk leraar in de wiskunde, is op zijn verzoek in Uw vergadering van 18 september 1957 als zodanig eervol ont slag verleend met ingang van 1 september 1957» Als gevolg hiervan dient een voorziening te worden getroffen voor enkele lessen in de wiskunde. De directrice der school heeft de heer P.Kwist, hoofd van de Wisses- dwingerschool (u.l.o.) alhier, bereid gevonden deze lessen op zich te nemen. Haar onze mening bestaat hiertegen geen bezwaar, zodat wij de betrokkene voor benoeming tot leraar in de wiskunde aanbevelen. De door ons voor benoeming aanbevolen docenten zijn niet in het be zit van de wettelijk vereiste onderwijsbevoegdheid. De Minister van Onder wijs, Kunsten en Y/etenschappen heeft bij brief van 3 oktober 1957, afde ling V.H.M.O., no. 63922, overeenkomstig artikel 27, 2e lid,der Middel baar-onderwijswet, evenwel machtiging verleend voor hun benoeming voor de duur van het cursusjaar 1957 - 1958. Blijkens de ingekomen adviezen kunnen de inspecteur van het gymnasi aal en middelbaar onderwijs in de 7e inspectie en de commissie van toe zicht op het middelbaar onderwijs zich verenigen met do bovenstaande, door ons gedane aanbevelingen. Onder overlegging van bijbehorende stukken geven wij U in overweging de door ons aanbevolen docenten, gerekend met ingang van 1 september 1957» tijdelijk en tot wederopzegging, uiterlijk tot het einde van het cursus jaar 1957 - 1958, te benoemen tot leraar aan de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes, zulks voor het geven van onderwijs in de genoemde leervakken. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 23 oktober 1957°

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1957 | | pagina 357