Ho. 10330.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november
1957 (bijlage no. 278);
BESLUIT:
I. aan te kopen van:
a. Johannes van der Kooij, Blekerstraat 76, alhier, het perceel grond,
gelegen aan de zuidzijde van de Blekerdwarsstraatkadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie E, no. 313, groot 45 m2voor een koop
som van 225,--, alsmede het kwoteel aandeel in het perceel grond,
gelogen aan de westzijde van de Westerstraat, kad.astraal bekend als-
voren, no. 1662, voor een koopsom van 80,--;
b. Henderikus van Keulen, Groentemarkt 3, alhier, het kwoteel aandeel
in het perceel grond, gele._;en aan de westzijde van de Westerstraat,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E, no. 1662, voor
een koopsom van 80,--;
c. Willem Dijkstra, van Roonhuysestraat 15, alhier, het kwoteel aandeel
in het perceel grond, gelegen aan de westzijde van de Westerstraat
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E, no. 1662, voor een
koopsom van 90,--
een en ander onder de volgende bepalingen en bedingen:
1. de grond wordt overgedragen net alles, vat daarop of daarin aan
wezig is en mot alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten
en daaraan verbonden rechten, doch vrij van hypotheek,
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van
overdracht
3. vanaf de dag van levering komen alle zakelijke lasten en belastingen,
welke van het over te dragon perceel en de kwotele aandelen geheven
worden, voor rekening van de koopster;
4. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die,
welker uitsluiting de wet niet toestaat;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wetboek;
6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente
Leeuwarden;
II. het onder I bedoelde perceel en de daar bedoelde perceelsgedeelten
onder te brengen in het woningbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Verlenen van medewerking voor de aanleg van een centrale verwarming ten
behoeve van het in aanbouw zijnde complex van 229 woningen c.a. van de
Vereniging voor Volkshuisvesting.
Bijlage no. 279- Leeuwarden, 14 november 1957-
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 3 april j.l, heeft U besloten de Vereniging
voor Volkshuisvesting financiële medewerking te verlenen voor de aanleg
van een centrale verwarming in het in aanbouw zijnde complex 229 woningen
en 5 winkels op een bouwterrein, gelegen aan het Vliet.
Bij brief van 5 augustus 1957 no. 0773785/BV 170, heeft de Minister
van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid zich akkoord verklaard met de voor
genomen aanleg van een centrale verwarming in dit woningwetbouwcomplex
terwijl de minister eveneens zijn sanctie heeft gegeven op de ter zake aan
de bewoners in rekening te stellen gebruiksvergoeding, welke in verband
met de rentestijging, in afwijking van de in ons voorstel van 29 maart 1957?
bijlage no. 74, gegeven becijfering, op gemiddeld 7,40 per woning per
week moet worden gesteld.
Zoals U bekend is, lag het in d» bedoeling de benodigde warmte-eenhe
den van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland te betrekken.
Van de zijde van het P.E,Bwordtvoor deze warmtelevering, tengevolge van ge
wijzigde omstandigheden, niet veel meer gevoeld. Het ligt namelijk in het
voornemen voor rekening van de gezamenlijke elektriciteitsproduktiebedrij-
ven in Geertruidenberg een atoomcentrale te bouwen, welke centrale stroom
zal leveren aan de participerende bedrijven. Be directeur van het P.E.B.
acht de kans niet uitgesloten, dat het bedrijf gedurende een bepaalde pe
riode per jaar zijn eigen stroomopwekking zal stopzetten of althans in
sterke mate zal beperken en de stroom van de atoomcentrale zal moeten be
trekken. Indien het P.E.B. nu, als uitvloeisel van zijn contractuele ver
plichtingen met de Vereniging voor Volkshuisvesting,warmte-energie moet
leveren in een periode, dat eigen opwekking niet nodig is, zullen de
stoomketels uitsluitend voor de warmtelevering moeten worden gestookt,
hetgeen uiteraard niet gecompenseerd wordt door de ter zake te ontvangen
vergoeding. Dit acht het P.E.B. niet verantwoord.
Met de Vereniging voor Volkshuisvesting betreuren wij het, dat het
te elfder ure blijkt, dat het plan tot warmtelevering door het P.E.B. voor
het blok van 229 woningen geen doorgang kan vinden. De bouw is thans te
ver gevorderd om voor de woningen afzonderlijke rookkanalen te kunnen ma
ken.
In overleg met de Vereniging voor Volkshuisvesting en haar technische
adviseurs hebben wij daarom doen nagaan, welke voorzieningen moeten worden
getroffen voor een eigen centrale verwarmingsinstallatieUit de ons ter
beschikking gestelde gegevens blijkt, dat met deze voorzieningen een tota
le uitgaaf van 690.999?-- gemoeid is,of 266.462,-- meer dan in ons
voorstel van 29 maart j.l. bij warmtelevering door het P.E.B. is aangeno
men. Voor een goed begrip merken wij op, dat, in geval van warmtelevering
door het P.E.B., boven het bedrag, dat de gemeente moet investeren, het
P.E.B. eveneens een niet onaanzienlijk bedrag zou moeten uitgeven voor
produktie en distributie van warmte-eenheden. De grootte van dit bedrag
is ons niet bekend, zodat een vergelijking van de totale investerings
kosten voor beide oplossingen niet mogelijk is.
Zoals wij hiervoor hebben gesteld, worden de investeringen bij eigen
opwekking op 690.999;-- geraamd.
Voor een detaillering van dit bedrag mogen wij U verwijzen naar de
bij de stukken ter inzage gelegde bescheiden.
Rekening houdende met door het Departement van Volkshuisvesting en
Bouwnijverheid voorgestane afschrijvingstermijnen, resulteert uit dit be
drag, naar 4Ür rente, een jaarlijkse constante last van 43.364,18
transporteren 43.364,18