/aststelling kostenbedrag, bedoeld in artikel 55 "ter der Lager-onderwijs-
wet 1920 over 1956.
Bijlage no. 288. Leeuwarden, 28 november 1957.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 55 ter, le lid, der Lager-onderwijswet 1920 moet
door de gemeenteraad voorlopig worden vastgesteld:
a. het bedrag, dat de gemeente voor de openbare lagere scholen, onderschei
denlijk voor gev?oon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs in
1956 heeft uitgegeven ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel
55onder e tot en met h en p, der wet, alsmede die van instandhouding,
met dien verstande, dat deze, voor zover betreft de kosten voor het aan
schaffen van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften, bedoeld in
artikel 55» onder f, alleen in aanmerking komen, indien deze aanschaf
fing gestrekt heeft tot vervanging van leer- en hulpmiddelen, die ten
gevolge van langdurig gebruik niet meer gebruikt kunnen worden, of tot
aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften in verband met de ver
mindering door verbruik;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 55bis per leerling
bepaalde bedrag, in verband met het aantal leerlingen van de openbare
scholen, voor 1956 beschikbaar is gesteld;
c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt van dat onder b, het be
drag van het verschil.
Op grond van de cijfers uit de voorlopige gemeenterekening over 1956,
is de volgende berekening opgemaakt.
l.o. v.g.l.o. u.l.o.
Kosten van instandhouding van school
lokalen, alsmede van terreinen voor
het onderwijs in lichamelijke oefe
ning 66.276,58 8.295,41/ 7.061,46
Onderhoud van schoolmeubelen, aan
schaffen en onderhouden van school
boeken, leermiddelen en schoolbe-
hoeften 58.328,12 7.380,62 16.697,97
Verlichting, verwarming en schoon
houden van schoolgebouwen 140.199»20 25,493,10 35.930,73
Kosten van schoolbibliotheken 3.262,03 540,59 1.285,01
Andere uitgaven, ter verzekering van
de goede gang van het onderwijs 11.457,45 1.216,32 2.112,35
Totaal 279.523,38 42.926,04 63.087,52
De uitgaven voor het openbaar gewoon lager, voortgezet gewoon lager
en uitgebreid lager onderwijs moeten nog worden verminderd met onderschei
denlijk 7.132»30, 1.239,58 en 8.556,67 wegens opbrengst, voortvloei
ende uit de verhuur van schoollokalen voor particuliere lessen, alsmede
met de kosten van verlichting, verwarming enz., komende ten laste van de
middelbare handelsavondschool, de school tot opleiding van leidsters bij
het kleuteronderwijs en het in de Wissesdwingerschool ondergebrachte
bureau van de schoolartsen.
Het juiste kostenbedrag van het openbaar lager onderwijs bedroeg dan
ook over 1956:
a. voor het gewoon lager onderwijs 279.523,38 - 7.132,30 is
272.391,08;
b. voor het voortgezet gewoon lager onderwijs 42.926,04 - 1.239,58 is
41.686,46;
c. voor het uitgebreid lager onderwijs 63.087,52 - 8.556,67 is
54-530,85.
"Het"