bedragen. Dit ia j 4Güu,meer aan de raming voor 1957-
De uitgaven voor 1957 kunnen na eer. herziene raming op rond 18.000,worden
gesteld. Bij vernoging van de tarieven, zoals hiervoor is vermeld, zal nog een jaar
lijks verlies van 8.750,ten laste van de gemeente blijven. De nieuwe tarieven
blijven dus nog niet onbelangrijk beneden de kostprijs.
Wij zijn van oordeel, dat de onderhavige rechten - die tot op heden bij besluit
van ons College werden vastgesteld - bij belastingverordening door Uw Raad behoren
te worden geregeld. Zoals U bekend is, wordt voor tal van gemeentelijke heffingen
deze gedragslijn gevolgd.
Wij doen U derhalve hierbij een ontwerp-verordening tot. het heffen van rechten
voor het gebruik van de Gemeentelijke Badinrichting toekomen en wij stellen U voor,
tot vaststelling van dsze verordening te besluiten. De Financiële Commissie kan
hiermede instemmen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Heulen, Burgemeester.
T. Bakker, Secretaris.
Verzonden 6 maart 1957-
no. 0450.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 maart 1957 (bijlage
no. 45);
BESLUIT
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING op de heffing van rechten voor
het gebruik van de Gemeentelijke Badinrich
ting.
Artikel 1
Voor het gebruik van de Gemeentelijke Badinrichting worden rechten geheven.
Artikel 2
Belastingplichtig is degene, die gebruik maakt van de Gemeentelijke Badinrich
ting.
Artikel 5
De krachtens deze verordening verschuldigde rechten worden bij vooruitbetaling
voldaan.
Artikel 4
De rechten bedragen:
voor een kuipbad voor een douche
op maandag, woensdag en donderdag 0,40 0,20
op vrijdag en zaterdag 0,50 0,25
voor een knipkaart (niet geldig op
vrijdag en zaterdag)
voor 10 baden 5j
voor 10 douches 1,50
Artikel 5
1De inning van de krachtens deze verordening verschuldigde rechten geschiedt
door of namens de administrateur der Openbare Werken tegen afgifte van een
kwi j ti ngsbewi j s
2. Het kwijtingsbewijs moet op eerste vordering van de met de inning belaste ambte
naar worden vertoond.
Artikel 6
Bij weigering of nalatigheid de verschuldigde rechten te voldoen geschiedt de
invordering overeenkomstig de artikelen 291 tot en met 295 van de gemeentewet.
Artikel 7
Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 van de gemeentewet treedt de
controleur der gemeentebelastingen in de plaats van de Raad of van de Burgemeester.
"Art. 8"